Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Speak any language with confidence
Take our quick quiz to start your journey to fluency today!
Get started
Search
Achteraanzitten (to rear seating) conjugation
Dutch
Conjugation of achteraanzitten
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zit achteraan
I rear seating
zit achteraan
you rear seating
zit achteraan
he/she/it rears seating
zitten achteraan
we rear seating
zitten achteraan
you all rear seating
zitten achteraan
they rear seating
Present perfect tense
heb achteraangezeten
I have reared seating
hebt achteraangezeten
you have reared seating
heeft achteraangezeten
he/she/it has reared seating
hebben achteraangezeten
we have reared seating
hebben achteraangezeten
you all have reared seating
hebben achteraangezeten
they have reared seating
Past tense
zat achteraan
I reared seating
zat achteraan
you reared seating
zat achteraan
he/she/it reared seating
zaten achteraan
we reared seating
zaten achteraan
you all reared seating
zaten achteraan
they reared seating
Future tense
zal achteraanzitten
I will rear seating
zult achteraanzitten
you will rear seating
zal achteraanzitten
he/she/it will rear seating
zullen achteraanzitten
we will rear seating
zullen achteraanzitten
you all will rear seating
zullen achteraanzitten
they will rear seating
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou achteraanzitten
I would rear seating
zou achteraanzitten
you would rear seating
zou achteraanzitten
he/she/it would rear seating
zouden achteraanzitten
we would rear seating
zouden achteraanzitten
you all would rear seating
zouden achteraanzitten
they would rear seating
Subjunctive mood
zitte achteraan
I rear seating
zitte achteraan
you rear seating
zitte achteraan
he/she/it rear seating
zitte achteraan
we rear seating
zitte achteraan
you all rear seating
zitte achteraan
they rear seating
Past perfect tense
had achteraangezeten
I had reared seating
had achteraangezeten
you had reared seating
had achteraangezeten
he/she/it had reared seating
hadden achteraangezeten
we had reared seating
hadden achteraangezeten
you all had reared seating
hadden achteraangezeten
they had reared seating
Future perf.
zal achteraangezeten hebben
I will have reared seating
zal achteraangezeten hebben
you will have reared seating
zal achteraangezeten hebben
he/she/it will have reared seating
zullen achteraangezeten hebben
we will have reared seating
zullen achteraangezeten hebben
you all will have reared seating
zullen achteraangezeten hebben
they will have reared seating
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou achteraangezeten hebben
I would have reared seating
zou achteraangezeten hebben
you would have reared seating
zou achteraangezeten hebben
he/she/it would have reared seating
zouden achteraangezeten hebben
we would have reared seating
zouden achteraangezeten hebben
you all would have reared seating
zouden achteraangezeten hebben
they would have reared seating
Present bijzin tense
achteraanzit
I rear seating
achteraanzit
you rear seating
achteraanzit
he/she/it rears seating
achteraanzitten
we rear seating
achteraanzitten
you all rear seating
achteraanzitten
they rear seating
Past bijzin tense
achteraanzat
I reared seating
achteraanzat
you reared seating
achteraanzat
he/she/it reared seating
achteraanzaten
we reared seating
achteraanzaten
you all reared seating
achteraanzaten
they reared seating
Future bijzin tense
zal achteraanzitten
I will rear seating
zult achteraanzitten
you will rear seating
zal achteraanzitten
he/she/it will rear seating
zullen achteraanzitten
we will rear seating
zullen achteraanzitten
you all will rear seating
zullen achteraanzitten
they will rear seating
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou achteraanzitten
I would rear seating
zou achteraanzitten
you would rear seating
zou achteraanzitten
he/she/it would rear seating
zouden achteraanzitten
we would rear seating
zouden achteraanzitten
you all would rear seating
zouden achteraanzitten
they would rear seating
Subjunctive bijzin mood
achteraanzitte
I rear seating
achteraanzitte
you rear seating
achteraanzitte
he/she/it rear seating
achteraanzitte
we rear seating
achteraanzitte
you all rear seating
achteraanzitte
they rear seating
Du
Ihr
Imperative mood
zit achteraan
rear seating
zit achteraan
rear seating
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
Not found
We have none.
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
aanzwoegen
do
abaisseren
do
accompagneren
accompany
accrediteren
come to an agreement
achteraanrennen
run after
achterblijven
lag
achternazetten
chase after
achteroverslaan
skip back
achteruitleren
do
achteruitzetten
put back
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rear seating':
None found.