Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Achteraanblijven (to rear stay) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
blijf achteraan
blijft achteraan
blijft achteraan
blijven achteraan
blijven achteraan
blijven achteraan
Present perfect tense
ben achteraangebleven
bent achteraangebleven
is achteraangebleven
zijn achteraangebleven
zijn achteraangebleven
zijn achteraangebleven
Past tense
bleef achteraan
bleef achteraan
bleef achteraan
bleven achteraan
bleven achteraan
bleven achteraan
Future tense
zal achteraanblijven
zult achteraanblijven
zal achteraanblijven
zullen achteraanblijven
zullen achteraanblijven
zullen achteraanblijven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou achteraanblijven
zou achteraanblijven
zou achteraanblijven
zouden achteraanblijven
zouden achteraanblijven
zouden achteraanblijven
Subjunctive mood
blijve achteraan
blijve achteraan
blijve achteraan
blijve achteraan
blijve achteraan
blijve achteraan
Past perfect tense
was achteraangebleven
was achteraangebleven
was achteraangebleven
waren achteraangebleven
waren achteraangebleven
waren achteraangebleven
Future perf.
zal achteraangebleven zijn
zal achteraangebleven zijn
zal achteraangebleven zijn
zullen achteraangebleven zijn
zullen achteraangebleven zijn
zullen achteraangebleven zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou achteraangebleven zijn
zou achteraangebleven zijn
zou achteraangebleven zijn
zouden achteraangebleven zijn
zouden achteraangebleven zijn
zouden achteraangebleven zijn
Present bijzin tense
achteraanblijf
achteraanblijft
achteraanblijft
achteraanblijven
achteraanblijven
achteraanblijven
Past bijzin tense
achteraanbleef
achteraanbleef
achteraanbleef
achteraanbleven
achteraanbleven
achteraanbleven
Future bijzin tense
zal achteraanblijven
zult achteraanblijven
zal achteraanblijven
zullen achteraanblijven
zullen achteraanblijven
zullen achteraanblijven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou achteraanblijven
zou achteraanblijven
zou achteraanblijven
zouden achteraanblijven
zouden achteraanblijven
zouden achteraanblijven
Subjunctive bijzin mood
achteraanblijve
achteraanblijve
achteraanblijve
achteraanblijve
achteraanblijve
achteraanblijve
Du
Ihr
Imperative mood
blijf achteraan
blijft achteraan

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanwennen
presume
aanzeilen
do
aanzweven
do
accapareren
corner
accrocheren
do
accumuleren
accumulate
achten
think
achteraangaan
go after
achterlaten
abandon
achteropkomen
catch up

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rear stay':

None found.