Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Accumuleren (to accumulate) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
accumuleer
accumuleert
accumuleert
accumuleren
accumuleren
accumuleren
Present perfect tense
heb geaccumuleerd
hebt geaccumuleerd
heeft geaccumuleerd
hebben geaccumuleerd
hebben geaccumuleerd
hebben geaccumuleerd
Past tense
accumuleerde
accumuleerde
accumuleerde
accumuleerden
accumuleerden
accumuleerden
Future tense
zal accumuleren
zult accumuleren
zal accumuleren
zullen accumuleren
zullen accumuleren
zullen accumuleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou accumuleren
zou accumuleren
zou accumuleren
zouden accumuleren
zouden accumuleren
zouden accumuleren
Subjunctive mood
accumulere
accumulere
accumulere
accumulere
accumulere
accumulere
Past perfect tense
had geaccumuleerd
had geaccumuleerd
had geaccumuleerd
hadden geaccumuleerd
hadden geaccumuleerd
hadden geaccumuleerd
Future perf.
zal geaccumuleerd hebben
zal geaccumuleerd hebben
zal geaccumuleerd hebben
zullen geaccumuleerd hebben
zullen geaccumuleerd hebben
zullen geaccumuleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geaccumuleerd hebben
zou geaccumuleerd hebben
zou geaccumuleerd hebben
zouden geaccumuleerd hebben
zouden geaccumuleerd hebben
zouden geaccumuleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
accumuleer
accumuleert

Examples of accumuleren

Example in DutchTranslation in English
-We moeten om te accumuleren speculeren.We must speculate to accumulate.
De drijvende zouteilanden lopen vast in de opkomende modder en accumuleren al snel tot één enkel eiland van zout, tien mijl breed.The floating salt islands run aground on the emerging mud and soon accumulate into a single island of salt, ten miles wide.
In heel Europa begon het bewijs van de vogeltrek te accumuleren.And across Europe, the evidence for bird migration started to accumulate.
Maar we moeten beginnen met indienen van deze klacht. Om een ​​rechterlijk bevel tot beschermen u tegen de 60.000 vraag en de rente het gaat te accumuleren.But we have to start by filing this complaint for injunctive relief to protect you from the 60,000 demand and the interest it's going to accumulate.
Men moet speculeren om te accumuleren.One has to speculate to accumulate.
Afval accumuleert, uiteindelijk stopt het met werken.Waste accumulates, eventually proves fatal to function.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'accumulate':

None found.