Abrikoteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of abrikoteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
abrikoteer
I do
abrikoteert
you do
abrikoteert
he/she/it does
abrikoteren
we do
abrikoteren
you all do
abrikoteren
they do
Present perfect tense
heb geabrikoteerd
I have done
hebt geabrikoteerd
you have done
heeft geabrikoteerd
he/she/it has done
hebben geabrikoteerd
we have done
hebben geabrikoteerd
you all have done
hebben geabrikoteerd
they have done
Past tense
abrikoteerde
I did
abrikoteerde
you did
abrikoteerde
he/she/it did
abrikoteerden
we did
abrikoteerden
you all did
abrikoteerden
they did
Future tense
zal abrikoteren
I will do
zult abrikoteren
you will do
zal abrikoteren
he/she/it will do
zullen abrikoteren
we will do
zullen abrikoteren
you all will do
zullen abrikoteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou abrikoteren
I would do
zou abrikoteren
you would do
zou abrikoteren
he/she/it would do
zouden abrikoteren
we would do
zouden abrikoteren
you all would do
zouden abrikoteren
they would do
Subjunctive mood
abrikotere
I do
abrikotere
you do
abrikotere
he/she/it do
abrikotere
we do
abrikotere
you all do
abrikotere
they do
Past perfect tense
had geabrikoteerd
I had done
had geabrikoteerd
you had done
had geabrikoteerd
he/she/it had done
hadden geabrikoteerd
we had done
hadden geabrikoteerd
you all had done
hadden geabrikoteerd
they had done
Future perf.
zal geabrikoteerd hebben
I will have done
zal geabrikoteerd hebben
you will have done
zal geabrikoteerd hebben
he/she/it will have done
zullen geabrikoteerd hebben
we will have done
zullen geabrikoteerd hebben
you all will have done
zullen geabrikoteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geabrikoteerd hebben
I would have done
zou geabrikoteerd hebben
you would have done
zou geabrikoteerd hebben
he/she/it would have done
zouden geabrikoteerd hebben
we would have done
zouden geabrikoteerd hebben
you all would have done
zouden geabrikoteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
abrikoteer
do
abrikoteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?