Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aanzwengelen (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zwengel aan
zwengelt aan
zwengelt aan
zwengelen aan
zwengelen aan
zwengelen aan
Present perfect tense
heb aangezwengeld
hebt aangezwengeld
heeft aangezwengeld
hebben aangezwengeld
hebben aangezwengeld
hebben aangezwengeld
Past tense
zwengelde aan
zwengelde aan
zwengelde aan
zwengelden aan
zwengelden aan
zwengelden aan
Future tense
zal aanzwengelen
zult aanzwengelen
zal aanzwengelen
zullen aanzwengelen
zullen aanzwengelen
zullen aanzwengelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanzwengelen
zou aanzwengelen
zou aanzwengelen
zouden aanzwengelen
zouden aanzwengelen
zouden aanzwengelen
Subjunctive mood
zwengele aan
zwengele aan
zwengele aan
zwengele aan
zwengele aan
zwengele aan
Past perfect tense
had aangezwengeld
had aangezwengeld
had aangezwengeld
hadden aangezwengeld
hadden aangezwengeld
hadden aangezwengeld
Future perf.
zal aangezwengeld hebben
zal aangezwengeld hebben
zal aangezwengeld hebben
zullen aangezwengeld hebben
zullen aangezwengeld hebben
zullen aangezwengeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangezwengeld hebben
zou aangezwengeld hebben
zou aangezwengeld hebben
zouden aangezwengeld hebben
zouden aangezwengeld hebben
zouden aangezwengeld hebben
Present bijzin tense
aanzwengel
aanzwengelt
aanzwengelt
aanzwengelen
aanzwengelen
aanzwengelen
Past bijzin tense
aanzwengelde
aanzwengelde
aanzwengelde
aanzwengelden
aanzwengelden
aanzwengelden
Future bijzin tense
zal aanzwengelen
zult aanzwengelen
zal aanzwengelen
zullen aanzwengelen
zullen aanzwengelen
zullen aanzwengelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanzwengelen
zou aanzwengelen
zou aanzwengelen
zouden aanzwengelen
zouden aanzwengelen
zouden aanzwengelen
Subjunctive bijzin mood
aanzwengele
aanzwengele
aanzwengele
aanzwengele
aanzwengele
aanzwengele
Du
Ihr
Imperative mood
zwengel aan
zwengelt aan

Examples of aanzwengelen

Example in DutchTranslation in English
Die we kunnen aanzwengelen als we achter de sleepwagen hangen?We can crank it as we're towed down the freeway?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.