Aanzuiveren (to aspirate) conjugation

Dutch

Conjugation of aanzuiveren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zuiver aan
I aspirate
zuivert aan
you aspirate
zuivert aan
he/she/it aspirates
zuiveren aan
we aspirate
zuiveren aan
you all aspirate
zuiveren aan
they aspirate
Present perfect tense
heb aangezuiverd
I have aspirated
hebt aangezuiverd
you have aspirated
heeft aangezuiverd
he/she/it has aspirated
hebben aangezuiverd
we have aspirated
hebben aangezuiverd
you all have aspirated
hebben aangezuiverd
they have aspirated
Past tense
zuiverde aan
I aspirated
zuiverde aan
you aspirated
zuiverde aan
he/she/it aspirated
zuiverden aan
we aspirated
zuiverden aan
you all aspirated
zuiverden aan
they aspirated
Future tense
zal aanzuiveren
I will aspirate
zult aanzuiveren
you will aspirate
zal aanzuiveren
he/she/it will aspirate
zullen aanzuiveren
we will aspirate
zullen aanzuiveren
you all will aspirate
zullen aanzuiveren
they will aspirate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanzuiveren
I would aspirate
zou aanzuiveren
you would aspirate
zou aanzuiveren
he/she/it would aspirate
zouden aanzuiveren
we would aspirate
zouden aanzuiveren
you all would aspirate
zouden aanzuiveren
they would aspirate
Subjunctive mood
zuivere aan
I aspirate
zuivere aan
you aspirate
zuivere aan
he/she/it aspirate
zuivere aan
we aspirate
zuivere aan
you all aspirate
zuivere aan
they aspirate
Past perfect tense
had aangezuiverd
I had aspirated
had aangezuiverd
you had aspirated
had aangezuiverd
he/she/it had aspirated
hadden aangezuiverd
we had aspirated
hadden aangezuiverd
you all had aspirated
hadden aangezuiverd
they had aspirated
Future perf.
zal aangezuiverd hebben
I will have aspirated
zal aangezuiverd hebben
you will have aspirated
zal aangezuiverd hebben
he/she/it will have aspirated
zullen aangezuiverd hebben
we will have aspirated
zullen aangezuiverd hebben
you all will have aspirated
zullen aangezuiverd hebben
they will have aspirated
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangezuiverd hebben
I would have aspirated
zou aangezuiverd hebben
you would have aspirated
zou aangezuiverd hebben
he/she/it would have aspirated
zouden aangezuiverd hebben
we would have aspirated
zouden aangezuiverd hebben
you all would have aspirated
zouden aangezuiverd hebben
they would have aspirated
Present bijzin tense
aanzuiver
I aspirate
aanzuivert
you aspirate
aanzuivert
he/she/it aspirates
aanzuiveren
we aspirate
aanzuiveren
you all aspirate
aanzuiveren
they aspirate
Past bijzin tense
aanzuiverde
I aspirated
aanzuiverde
you aspirated
aanzuiverde
he/she/it aspirated
aanzuiverden
we aspirated
aanzuiverden
you all aspirated
aanzuiverden
they aspirated
Future bijzin tense
zal aanzuiveren
I will aspirate
zult aanzuiveren
you will aspirate
zal aanzuiveren
he/she/it will aspirate
zullen aanzuiveren
we will aspirate
zullen aanzuiveren
you all will aspirate
zullen aanzuiveren
they will aspirate
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanzuiveren
I would aspirate
zou aanzuiveren
you would aspirate
zou aanzuiveren
he/she/it would aspirate
zouden aanzuiveren
we would aspirate
zouden aanzuiveren
you all would aspirate
zouden aanzuiveren
they would aspirate
Subjunctive bijzin mood
aanzuivere
I aspirate
aanzuivere
you aspirate
aanzuivere
he/she/it aspirate
aanzuivere
we aspirate
aanzuivere
you all aspirate
aanzuivere
they aspirate
Du
Ihr
Imperative mood
zuiver aan
aspirate
zuivert aan
aspirate

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanslepen
do
aanspoelen
approach speedily
aanvegen
challenge
aanvijzen
do
aanvinken
check
aanwandelen
walk up
aanwerven
do
aanwoekeren
do
aanzuigen
aspirate
aanzuren
acidify

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'aspirate':

None found.
Learning languages?