Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
aanstrijken
to tally
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
aanstrijken
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
strijk aan
I tally
strijkt aan
you tally
strijkt aan
he/she/it tallies
strijken aan
we tally
strijken aan
you all tally
strijken aan
they tally
Present perfect tense
heb aangestreken
I have tallied
hebt aangestreken
you have tallied
heeft aangestreken
he/she/it has tallied
hebben aangestreken
we have tallied
hebben aangestreken
you all have tallied
hebben aangestreken
they have tallied
Past tense
streek aan
I tallied
streek aan
you tallied
streek aan
he/she/it tallied
streken aan
we tallied
streken aan
you all tallied
streken aan
they tallied
Future tense
zal aanstrijken
I will tally
zult aanstrijken
you will tally
zal aanstrijken
he/she/it will tally
zullen aanstrijken
we will tally
zullen aanstrijken
you all will tally
zullen aanstrijken
they will tally
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanstrijken
I would tally
zou aanstrijken
you would tally
zou aanstrijken
he/she/it would tally
zouden aanstrijken
we would tally
zouden aanstrijken
you all would tally
zouden aanstrijken
they would tally
Subjunctive mood
strijke aan
I tally
strijke aan
you tally
strijke aan
he/she/it tally
strijke aan
we tally
strijke aan
you all tally
strijke aan
they tally
Past perfect tense
had aangestreken
I had tallied
had aangestreken
you had tallied
had aangestreken
he/she/it had tallied
hadden aangestreken
we had tallied
hadden aangestreken
you all had tallied
hadden aangestreken
they had tallied
Future perf.
zal aangestreken hebben
I will have tallied
zal aangestreken hebben
you will have tallied
zal aangestreken hebben
he/she/it will have tallied
zullen aangestreken hebben
we will have tallied
zullen aangestreken hebben
you all will have tallied
zullen aangestreken hebben
they will have tallied
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangestreken hebben
I would have tallied
zou aangestreken hebben
you would have tallied
zou aangestreken hebben
he/she/it would have tallied
zouden aangestreken hebben
we would have tallied
zouden aangestreken hebben
you all would have tallied
zouden aangestreken hebben
they would have tallied
Present bijzin tense
aanstrijk
I tally
aanstrijkt
you tally
aanstrijkt
he/she/it tallies
aanstrijken
we tally
aanstrijken
you all tally
aanstrijken
they tally
Past bijzin tense
aanstreek
I tallied
aanstreek
you tallied
aanstreek
he/she/it tallied
aanstreken
we tallied
aanstreken
you all tallied
aanstreken
they tallied
Future bijzin tense
zal aanstrijken
I will tally
zult aanstrijken
you will tally
zal aanstrijken
he/she/it will tally
zullen aanstrijken
we will tally
zullen aanstrijken
you all will tally
zullen aanstrijken
they will tally
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanstrijken
I would tally
zou aanstrijken
you would tally
zou aanstrijken
he/she/it would tally
zouden aanstrijken
we would tally
zouden aanstrijken
you all would tally
zouden aanstrijken
they would tally
Subjunctive bijzin mood
aanstrijke
I tally
aanstrijke
you tally
aanstrijke
he/she/it tally
aanstrijke
we tally
aanstrijke
you all tally
aanstrijke
they tally
Du
Ihr
Imperative mood
strijk aan
tally
strijkt aan
tally
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
aanstrijken
RELATED PAGES
aanstrikken
do
Back to Top