Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Aaneenrijgen (to string together) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rijg aaneen
rijgt aaneen
rijgt aaneen
rijgen aaneen
rijgen aaneen
rijgen aaneen
Present perfect tense
heb aaneengeregen
hebt aaneengeregen
heeft aaneengeregen
hebben aaneengeregen
hebben aaneengeregen
hebben aaneengeregen
Past tense
reeg aaneen
reeg aaneen
reeg aaneen
regen aaneen
regen aaneen
regen aaneen
Future tense
zal aaneenrijgen
zult aaneenrijgen
zal aaneenrijgen
zullen aaneenrijgen
zullen aaneenrijgen
zullen aaneenrijgen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aaneenrijgen
zou aaneenrijgen
zou aaneenrijgen
zouden aaneenrijgen
zouden aaneenrijgen
zouden aaneenrijgen
Subjunctive mood
rijge aaneen
rijge aaneen
rijge aaneen
rijge aaneen
rijge aaneen
rijge aaneen
Past perfect tense
had aaneengeregen
had aaneengeregen
had aaneengeregen
hadden aaneengeregen
hadden aaneengeregen
hadden aaneengeregen
Future perf.
zal aaneengeregen hebben
zal aaneengeregen hebben
zal aaneengeregen hebben
zullen aaneengeregen hebben
zullen aaneengeregen hebben
zullen aaneengeregen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aaneengeregen hebben
zou aaneengeregen hebben
zou aaneengeregen hebben
zouden aaneengeregen hebben
zouden aaneengeregen hebben
zouden aaneengeregen hebben
Present bijzin tense
aaneenrijg
aaneenrijgt
aaneenrijgt
aaneenrijgen
aaneenrijgen
aaneenrijgen
Past bijzin tense
aaneenreeg
aaneenreeg
aaneenreeg
aaneenregen
aaneenregen
aaneenregen
Future bijzin tense
zal aaneenrijgen
zult aaneenrijgen
zal aaneenrijgen
zullen aaneenrijgen
zullen aaneenrijgen
zullen aaneenrijgen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aaneenrijgen
zou aaneenrijgen
zou aaneenrijgen
zouden aaneenrijgen
zouden aaneenrijgen
zouden aaneenrijgen
Subjunctive bijzin mood
aaneenrijge
aaneenrijge
aaneenrijge
aaneenrijge
aaneenrijge
aaneenrijge
Du
Ihr
Imperative mood
rijg aaneen
rijgt aaneen

Examples of aaneenrijgen

Example in DutchTranslation in English
De lucht zal gevuld zijn met de komeet... en bezweringen aaneengeregen als parels aan een ketting.And the sky will blaze with the comet. And incantations will be strung together like pearls on a necklace.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'string together':

None found.