Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

aanbesterven

to do

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of aanbesterven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
besterf aan
I do
besterft aan
you do
besterft aan
he/she/it does
besterven aan
we do
besterven aan
you all do
besterven aan
they do
Present perfect tense
heb aanbestorven
I have done
hebt aanbestorven
you have done
heeft aanbestorven
he/she/it has done
hebben aanbestorven
we have done
hebben aanbestorven
you all have done
hebben aanbestorven
they have done
Past tense
bestierf aan
I did
bestierf aan
you did
bestierf aan
he/she/it did
bestierven aan
we did
bestierven aan
you all did
bestierven aan
they did
Future tense
zal aanbesterven
I will do
zult aanbesterven
you will do
zal aanbesterven
he/she/it will do
zullen aanbesterven
we will do
zullen aanbesterven
you all will do
zullen aanbesterven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanbesterven
I would do
zou aanbesterven
you would do
zou aanbesterven
he/she/it would do
zouden aanbesterven
we would do
zouden aanbesterven
you all would do
zouden aanbesterven
they would do
Subjunctive mood
besterve aan
I do
besterve aan
you do
besterve aan
he/she/it do
besterve aan
we do
besterve aan
you all do
besterve aan
they do
Past perfect tense
had aanbestorven
I had done
had aanbestorven
you had done
had aanbestorven
he/she/it had done
hadden aanbestorven
we had done
hadden aanbestorven
you all had done
hadden aanbestorven
they had done
Future perf.
zal aanbestorven hebben
I will have done
zal aanbestorven hebben
you will have done
zal aanbestorven hebben
he/she/it will have done
zullen aanbestorven hebben
we will have done
zullen aanbestorven hebben
you all will have done
zullen aanbestorven hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aanbestorven hebben
I would have done
zou aanbestorven hebben
you would have done
zou aanbestorven hebben
he/she/it would have done
zouden aanbestorven hebben
we would have done
zouden aanbestorven hebben
you all would have done
zouden aanbestorven hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanbesterf
I do
aanbesterft
you do
aanbesterft
he/she/it does
aanbesterven
we do
aanbesterven
you all do
aanbesterven
they do
Past bijzin tense
aanbestierf
I did
aanbestierf
you did
aanbestierf
he/she/it did
aanbestierven
we did
aanbestierven
you all did
aanbestierven
they did
Future bijzin tense
zal aanbesterven
I will do
zult aanbesterven
you will do
zal aanbesterven
he/she/it will do
zullen aanbesterven
we will do
zullen aanbesterven
you all will do
zullen aanbesterven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanbesterven
I would do
zou aanbesterven
you would do
zou aanbesterven
he/she/it would do
zouden aanbesterven
we would do
zouden aanbesterven
you all would do
zouden aanbesterven
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanbesterve
I do
aanbesterve
you do
aanbesterve
he/she/it do
aanbesterve
we do
aanbesterve
you all do
aanbesterve
they do
Du
Ihr
Imperative mood
besterf aan
do
besterft aan
do

Further details about this page

LOCATION