Aanbelangen (to concern) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of aanbelangen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
belang aan
I concern
belangt aan
you concern
belangt aan
he/she/it concerns
belangen aan
we concern
belangen aan
you all concern
belangen aan
they concern
Present perfect tense
heb aanbelangd
I have concerned
hebt aanbelangd
you have concerned
heeft aanbelangd
he/she/it has concerned
hebben aanbelangd
we have concerned
hebben aanbelangd
you all have concerned
hebben aanbelangd
they have concerned
Past tense
belangde aan
I concerned
belangde aan
you concerned
belangde aan
he/she/it concerned
belangden aan
we concerned
belangden aan
you all concerned
belangden aan
they concerned
Future tense
zal aanbelangen
I will concern
zult aanbelangen
you will concern
zal aanbelangen
he/she/it will concern
zullen aanbelangen
we will concern
zullen aanbelangen
you all will concern
zullen aanbelangen
they will concern
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanbelangen
I would concern
zou aanbelangen
you would concern
zou aanbelangen
he/she/it would concern
zouden aanbelangen
we would concern
zouden aanbelangen
you all would concern
zouden aanbelangen
they would concern
Subjunctive mood
belange aan
I concern
belange aan
you concern
belange aan
he/she/it concern
belange aan
we concern
belange aan
you all concern
belange aan
they concern
Past perfect tense
had aanbelangd
I had concerned
had aanbelangd
you had concerned
had aanbelangd
he/she/it had concerned
hadden aanbelangd
we had concerned
hadden aanbelangd
you all had concerned
hadden aanbelangd
they had concerned
Future perf.
zal aanbelangd hebben
I will have concerned
zal aanbelangd hebben
you will have concerned
zal aanbelangd hebben
he/she/it will have concerned
zullen aanbelangd hebben
we will have concerned
zullen aanbelangd hebben
you all will have concerned
zullen aanbelangd hebben
they will have concerned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aanbelangd hebben
I would have concerned
zou aanbelangd hebben
you would have concerned
zou aanbelangd hebben
he/she/it would have concerned
zouden aanbelangd hebben
we would have concerned
zouden aanbelangd hebben
you all would have concerned
zouden aanbelangd hebben
they would have concerned
Present bijzin tense
aanbelang
I concern
aanbelangt
you concern
aanbelangt
he/she/it concerns
aanbelangen
we concern
aanbelangen
you all concern
aanbelangen
they concern
Past bijzin tense
aanbelangde
I concerned
aanbelangde
you concerned
aanbelangde
he/she/it concerned
aanbelangden
we concerned
aanbelangden
you all concerned
aanbelangden
they concerned
Future bijzin tense
zal aanbelangen
I will concern
zult aanbelangen
you will concern
zal aanbelangen
he/she/it will concern
zullen aanbelangen
we will concern
zullen aanbelangen
you all will concern
zullen aanbelangen
they will concern
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanbelangen
I would concern
zou aanbelangen
you would concern
zou aanbelangen
he/she/it would concern
zouden aanbelangen
we would concern
zouden aanbelangen
you all would concern
zouden aanbelangen
they would concern
Subjunctive bijzin mood
aanbelange
I concern
aanbelange
you concern
aanbelange
he/she/it concern
aanbelange
we concern
aanbelange
you all concern
aanbelange
they concern
Du
Ihr
Imperative mood
belang aan
concern
belangt aan
concern

Examples of aanbelangen

Example in DutchTranslation in English
Je rommelt in zaken die je niet aanbelangen, Brackenreid.You're messing where it don't concern you, Brackenreid.
Maar ik zie niet in hoe dit het Ministerie kan aanbelangen.But I can't see how that would concern the Prime Minister's office.
Tot slot, de ouders betrekken het kind bij beslissingen die het aanbelangen naargelang leeftijd en rijpheid.Lastly, the parents consult their child on decisions which concern him or her.
Jersey is één van de plaatsen waar veel belang aan gehecht wordt.Jersey just so happens to be one of the places of primary concern.
Aan wie het aanbelangt. Ik dacht veel na over de vrijlating van Lee Weathers.to whom it may concern i have thought a lot about how it'd feel if Lee Weathers was released
Als het ons beiden aanbelangt je kunt gewoon met ons beiden praten.Well, if it concerns both of us, you can just talk to both of us.
Eigenlijk wil ik u spreken over iets wat hem aanbelangt.I wanted to talk to you about something that concerns him.
Excuseer me, directeur, gezien me dit niet aanbelangt, maar agent DiNozzo en ik staan klaar om te vertrekken.Excuse me, Director, since this does not concern me, Agent DiNozzo and I are ready to leave.
Ik lees het stukje dat u aanbelangt.I'll read the bit that concerns you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aanbelanden
end up

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanbakken
stick to the pan
aanbalken
do
aanbelanden
end up
aanbellen
ring
aanbidden
adore
aanbikken
do
aandijken
do
zwartvissen
black fish
zwiepen
sway
zwijgen
be quiet

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'concern':

None found.
Learning languages?