Wegsijpelen (to seep) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of wegsijpelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sijpel weg
I seep
sijpelt weg
you seep
sijpelt weg
he/she/it seeps
sijpelen weg
we seep
sijpelen weg
you all seep
sijpelen weg
they seep
Present perfect tense
ben weggesijpeld
I have seeped
bent weggesijpeld
you have seeped
is weggesijpeld
he/she/it has seeped
zijn weggesijpeld
we have seeped
zijn weggesijpeld
you all have seeped
zijn weggesijpeld
they have seeped
Past tense
sijpelde weg
I seeped
sijpelde weg
you seeped
sijpelde weg
he/she/it seeped
sijpelden weg
we seeped
sijpelden weg
you all seeped
sijpelden weg
they seeped
Future tense
zal wegsijpelen
I will seep
zult wegsijpelen
you will seep
zal wegsijpelen
he/she/it will seep
zullen wegsijpelen
we will seep
zullen wegsijpelen
you all will seep
zullen wegsijpelen
they will seep
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegsijpelen
I would seep
zou wegsijpelen
you would seep
zou wegsijpelen
he/she/it would seep
zouden wegsijpelen
we would seep
zouden wegsijpelen
you all would seep
zouden wegsijpelen
they would seep
Subjunctive mood
sijpele weg
I seep
sijpele weg
you seep
sijpele weg
he/she/it seep
sijpele weg
we seep
sijpele weg
you all seep
sijpele weg
they seep
Past perfect tense
was weggesijpeld
I had seeped
was weggesijpeld
you had seeped
was weggesijpeld
he/she/it had seeped
waren weggesijpeld
we had seeped
waren weggesijpeld
you all had seeped
waren weggesijpeld
they had seeped
Future perf.
zal weggesijpeld zijn
I will have seeped
zal weggesijpeld zijn
you will have seeped
zal weggesijpeld zijn
he/she/it will have seeped
zullen weggesijpeld zijn
we will have seeped
zullen weggesijpeld zijn
you all will have seeped
zullen weggesijpeld zijn
they will have seeped
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggesijpeld zijn
I would have seeped
zou weggesijpeld zijn
you would have seeped
zou weggesijpeld zijn
he/she/it would have seeped
zouden weggesijpeld zijn
we would have seeped
zouden weggesijpeld zijn
you all would have seeped
zouden weggesijpeld zijn
they would have seeped
Present bijzin tense
wegsijpel
I seep
wegsijpelt
you seep
wegsijpelt
he/she/it seeps
wegsijpelen
we seep
wegsijpelen
you all seep
wegsijpelen
they seep
Past bijzin tense
wegsijpelde
I seeped
wegsijpelde
you seeped
wegsijpelde
he/she/it seeped
wegsijpelden
we seeped
wegsijpelden
you all seeped
wegsijpelden
they seeped
Future bijzin tense
zal wegsijpelen
I will seep
zult wegsijpelen
you will seep
zal wegsijpelen
he/she/it will seep
zullen wegsijpelen
we will seep
zullen wegsijpelen
you all will seep
zullen wegsijpelen
they will seep
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegsijpelen
I would seep
zou wegsijpelen
you would seep
zou wegsijpelen
he/she/it would seep
zouden wegsijpelen
we would seep
zouden wegsijpelen
you all would seep
zouden wegsijpelen
they would seep
Subjunctive bijzin mood
wegsijpele
I seep
wegsijpele
you seep
wegsijpele
he/she/it seep
wegsijpele
we seep
wegsijpele
you all seep
wegsijpele
they seep
Du
Ihr
Imperative mood
sijpel weg
seep
sijpelt weg
seep

Examples of wegsijpelen

Example in DutchTranslation in English
Ze zijn zacht door het water dat erdoor wegsijpelt.It's real soft from underground seepage.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

weergeven
show
weggaan
leave
wegglippen
slip
weggrissen
snatch
wegkomen
get away
wegschuiven
do
wegslaan
beat off
wegsmijten
turf out
wegsteken
put away
wegtikken
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'seep':

None found.
Learning languages?