Uitzagen (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of uitzagen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zaag uit
I do
zaagt uit
you do
zaagt uit
he/she/it does
zagen uit
we do
zagen uit
you all do
zagen uit
they do
Present perfect tense
heb uitgezaagd
I have done
hebt uitgezaagd
you have done
heeft uitgezaagd
he/she/it has done
hebben uitgezaagd
we have done
hebben uitgezaagd
you all have done
hebben uitgezaagd
they have done
Past tense
zaagde uit
I did
zaagde uit
you did
zaagde uit
he/she/it did
zaagden uit
we did
zaagden uit
you all did
zaagden uit
they did
Future tense
zal uitzagen
I will do
zult uitzagen
you will do
zal uitzagen
he/she/it will do
zullen uitzagen
we will do
zullen uitzagen
you all will do
zullen uitzagen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitzagen
I would do
zou uitzagen
you would do
zou uitzagen
he/she/it would do
zouden uitzagen
we would do
zouden uitzagen
you all would do
zouden uitzagen
they would do
Subjunctive mood
zage uit
I do
zage uit
you do
zage uit
he/she/it do
zage uit
we do
zage uit
you all do
zage uit
they do
Past perfect tense
had uitgezaagd
I had done
had uitgezaagd
you had done
had uitgezaagd
he/she/it had done
hadden uitgezaagd
we had done
hadden uitgezaagd
you all had done
hadden uitgezaagd
they had done
Future perf.
zal uitgezaagd hebben
I will have done
zal uitgezaagd hebben
you will have done
zal uitgezaagd hebben
he/she/it will have done
zullen uitgezaagd hebben
we will have done
zullen uitgezaagd hebben
you all will have done
zullen uitgezaagd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgezaagd hebben
I would have done
zou uitgezaagd hebben
you would have done
zou uitgezaagd hebben
he/she/it would have done
zouden uitgezaagd hebben
we would have done
zouden uitgezaagd hebben
you all would have done
zouden uitgezaagd hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitzaag
I do
uitzaagt
you do
uitzaagt
he/she/it does
uitzagen
we do
uitzagen
you all do
uitzagen
they do
Past bijzin tense
uitzaagde
I did
uitzaagde
you did
uitzaagde
he/she/it did
uitzaagden
we did
uitzaagden
you all did
uitzaagden
they did
Future bijzin tense
zal uitzagen
I will do
zult uitzagen
you will do
zal uitzagen
he/she/it will do
zullen uitzagen
we will do
zullen uitzagen
you all will do
zullen uitzagen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitzagen
I would do
zou uitzagen
you would do
zou uitzagen
he/she/it would do
zouden uitzagen
we would do
zouden uitzagen
you all would do
zouden uitzagen
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitzage
I do
uitzage
you do
uitzage
he/she/it do
uitzage
we do
uitzage
you all do
uitzage
they do
Du
Ihr
Imperative mood
zaag uit
do
zaagt uit
do

Examples of uitzagen

Example in DutchTranslation in English
- Ik zei dat ik van haar hield zoals ze was, maar die dokter gaf haar het gevoel, dat haar voeten er niet uitzagen.I told her I loved her just the way she was, but that... that doctor made her... feel like her feet were unsightly.
- ik weet niet hoe het bij jou zit, maar ik weet dat ik hier belandde, omdat de dingen er daar niet zo helder uitzagen.- i don't know about you, but i know i ended up here because things weren't that great out there.
Als ze er daar maar niet zo sjofel uitzagen.If only they didn't all look so crummy down there.
De journalist heeft dat verkeerd opgeschreven... alsof ze er uitzagen als schotels.It's essentially a flat earth, say a disc, covered by a dome.
Geen idee hoe de anderen er uitzagen maar Sylvia was 'n aantrekkelijke vrouw.I don't know what the others looked like, But Sylvia, She was an attractive woman, man.
Byron, was dat een pistool schot dat we zagen uit 't bestuurdersraam?Byron, was that a gunshot we saw come out of the driver's side window?
De passagiers zagen uit het raam een explosie.The passengers saw that explosion outside of the window.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitdagen
challenge
uitlogen
leach
uitvagen
sweep
uitvegen
wipe out
uitwegen
weigh out

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?