Uitschieten (to shoot out) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of uitschieten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schiet uit
I shoot out
schiet uit
you shoot out
schiet uit
he/she/it shoots out
schieten uit
we shoot out
schieten uit
you all shoot out
schieten uit
they shoot out
Present perfect tense
heb uitgeschoten
I have shot out
hebt uitgeschoten
you have shot out
heeft uitgeschoten
he/she/it has shot out
hebben uitgeschoten
we have shot out
hebben uitgeschoten
you all have shot out
hebben uitgeschoten
they have shot out
Past tense
schoot uit
I shot out
schoot uit
you shot out
schoot uit
he/she/it shot out
schoten uit
we shot out
schoten uit
you all shot out
schoten uit
they shot out
Future tense
zal uitschieten
I will shoot out
zult uitschieten
you will shoot out
zal uitschieten
he/she/it will shoot out
zullen uitschieten
we will shoot out
zullen uitschieten
you all will shoot out
zullen uitschieten
they will shoot out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitschieten
I would shoot out
zou uitschieten
you would shoot out
zou uitschieten
he/she/it would shoot out
zouden uitschieten
we would shoot out
zouden uitschieten
you all would shoot out
zouden uitschieten
they would shoot out
Subjunctive mood
schiete uit
I shoot out
schiete uit
you shoot out
schiete uit
he/she/it shoot out
schiete uit
we shoot out
schiete uit
you all shoot out
schiete uit
they shoot out
Past perfect tense
had uitgeschoten
I had shot out
had uitgeschoten
you had shot out
had uitgeschoten
he/she/it had shot out
hadden uitgeschoten
we had shot out
hadden uitgeschoten
you all had shot out
hadden uitgeschoten
they had shot out
Future perf.
zal uitgeschoten hebben
I will have shot out
zal uitgeschoten hebben
you will have shot out
zal uitgeschoten hebben
he/she/it will have shot out
zullen uitgeschoten hebben
we will have shot out
zullen uitgeschoten hebben
you all will have shot out
zullen uitgeschoten hebben
they will have shot out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgeschoten hebben
I would have shot out
zou uitgeschoten hebben
you would have shot out
zou uitgeschoten hebben
he/she/it would have shot out
zouden uitgeschoten hebben
we would have shot out
zouden uitgeschoten hebben
you all would have shot out
zouden uitgeschoten hebben
they would have shot out
Present bijzin tense
uitschiet
I shoot out
uitschiet
you shoot out
uitschiet
he/she/it shoots out
uitschieten
we shoot out
uitschieten
you all shoot out
uitschieten
they shoot out
Past bijzin tense
uitschoot
I shot out
uitschoot
you shot out
uitschoot
he/she/it shot out
uitschoten
we shot out
uitschoten
you all shot out
uitschoten
they shot out
Future bijzin tense
zal uitschieten
I will shoot out
zult uitschieten
you will shoot out
zal uitschieten
he/she/it will shoot out
zullen uitschieten
we will shoot out
zullen uitschieten
you all will shoot out
zullen uitschieten
they will shoot out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitschieten
I would shoot out
zou uitschieten
you would shoot out
zou uitschieten
he/she/it would shoot out
zouden uitschieten
we would shoot out
zouden uitschieten
you all would shoot out
zouden uitschieten
they would shoot out
Subjunctive bijzin mood
uitschiete
I shoot out
uitschiete
you shoot out
uitschiete
he/she/it shoot out
uitschiete
we shoot out
uitschiete
you all shoot out
uitschiete
they shoot out
Du
Ihr
Imperative mood
schiet uit
shoot out
schiet uit
shoot out

Examples of uitschieten

Example in DutchTranslation in English
Wat zal ik er als eerste uitschieten? De ramen of de deuren?( chuckling ) What should I shoot out first, the windows or the doors?
En de stralen van de maan schieten uit je vingers en tenen. En uit de uiteinden van je haar.And the moon beams'd shoot out of your fingers and your toes and the ends of your hair.
- Deze ruit is er niet uitgeschoten.This glass wasn't shot out.
- Ik ga niet. Ik wil daar niet uitgeschoten worden!I'm not going out there, I'm not gonna get shot out of that thing!
Hij kwam aan op de commandopost met één oog uitgeschoten, een kogel in zijn borst en het grootste deel van de poot waar de capsule met de boodschap aan vastzat, was weg.And it arrived at the command post, one eye shot out, a bullet in his breast and most of the leg that had the message capsule attached missing.
Iemand heeft 't licht uitgeschoten.Someone shot out our light.
Wij worden de lucht uitgeschoten... als wij dit ding niet landen. - Ik weet het.We're going to be shot out of the sky if we do not put this thing down!
Een of andere twaalfjarige schoot uit de ramen van zijn schoolbus.Some 12-year-old shot out the windows of his school bus.
Het schoot uit m'n kont.(TOILET FLUSHING) - It just shot out of my ass!
Want we gewoon laten vallen Carter uit bij de kliniek met zijn knie schoot uit, je zoon ...'Cause we just dropped Carter off at the clinic with his knee shot out, your son...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontschieten
slip from
uitschiften
do
uitschijnen
do
uitschijten
do
uitschutten
do

Similar but longer

kuitschieten
spawn

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'shoot out':

None found.
Learning languages?