Stuwen (to impel) conjugation

Dutch

Conjugation of stuwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stuw
I impel
stuwt
you impel
stuwt
he/she/it impels
stuwen
we impel
stuwen
you all impel
stuwen
they impel
Present perfect tense
heb gestuwd
I have impelled
hebt gestuwd
you have impelled
heeft gestuwd
he/she/it has impelled
hebben gestuwd
we have impelled
hebben gestuwd
you all have impelled
hebben gestuwd
they have impelled
Past tense
stuwde
I impelled
stuwde
you impelled
stuwde
he/she/it impelled
stuwden
we impelled
stuwden
you all impelled
stuwden
they impelled
Future tense
zal stuwen
I will impel
zult stuwen
you will impel
zal stuwen
he/she/it will impel
zullen stuwen
we will impel
zullen stuwen
you all will impel
zullen stuwen
they will impel
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stuwen
I would impel
zou stuwen
you would impel
zou stuwen
he/she/it would impel
zouden stuwen
we would impel
zouden stuwen
you all would impel
zouden stuwen
they would impel
Subjunctive mood
stuwe
I impel
stuwe
you impel
stuwe
he/she/it impel
stuwe
we impel
stuwe
you all impel
stuwe
they impel
Past perfect tense
had gestuwd
I had impelled
had gestuwd
you had impelled
had gestuwd
he/she/it had impelled
hadden gestuwd
we had impelled
hadden gestuwd
you all had impelled
hadden gestuwd
they had impelled
Future perf.
zal gestuwd hebben
I will have impelled
zal gestuwd hebben
you will have impelled
zal gestuwd hebben
he/she/it will have impelled
zullen gestuwd hebben
we will have impelled
zullen gestuwd hebben
you all will have impelled
zullen gestuwd hebben
they will have impelled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestuwd hebben
I would have impelled
zou gestuwd hebben
you would have impelled
zou gestuwd hebben
he/she/it would have impelled
zouden gestuwd hebben
we would have impelled
zouden gestuwd hebben
you all would have impelled
zouden gestuwd hebben
they would have impelled
Du
Ihr
Imperative mood
stuw
impel
stuwt
impel

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bauwen
do
bouwen
build
dauwen
do
douwen
bash
gruwen
shudder
houwen
hew
jouwen
hoot
kauwen
chew
mauwen
meow
rouwen
mourn
showen
show
spuwen
spew
stagen
stag
staken
strike
stalen
harden

Similar but longer

afstuwen
do
instuwen
do
omstuwen
mob
opstuwen
push up
stouwen
stow

Random

stotteren
stutter
striemen
do
stuiven
gush
stukadoren
plaster
stutten
steer
subcategoriseren
do
syncen
sync
syncoperen
syncopate
tabuleren
do
tafelen
tackle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'impel':

None found.
Learning languages?