Ontnieten (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of ontnieten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontniet
I do
ontniet
you do
ontniet
he/she/it does
ontnieten
we do
ontnieten
you all do
ontnieten
they do
Present perfect tense
heb ontniet
I have done
hebt ontniet
you have done
heeft ontniet
he/she/it has done
hebben ontniet
we have done
hebben ontniet
you all have done
hebben ontniet
they have done
Past tense
ontniette
I did
ontniette
you did
ontniette
he/she/it did
ontnietten
we did
ontnietten
you all did
ontnietten
they did
Future tense
zal ontnieten
I will do
zult ontnieten
you will do
zal ontnieten
he/she/it will do
zullen ontnieten
we will do
zullen ontnieten
you all will do
zullen ontnieten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontnieten
I would do
zou ontnieten
you would do
zou ontnieten
he/she/it would do
zouden ontnieten
we would do
zouden ontnieten
you all would do
zouden ontnieten
they would do
Subjunctive mood
ontniete
I do
ontniete
you do
ontniete
he/she/it do
ontniete
we do
ontniete
you all do
ontniete
they do
Past perfect tense
had ontniet
I had done
had ontniet
you had done
had ontniet
he/she/it had done
hadden ontniet
we had done
hadden ontniet
you all had done
hadden ontniet
they had done
Future perf.
zal ontniet hebben
I will have done
zal ontniet hebben
you will have done
zal ontniet hebben
he/she/it will have done
zullen ontniet hebben
we will have done
zullen ontniet hebben
you all will have done
zullen ontniet hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontniet hebben
I would have done
zou ontniet hebben
you would have done
zou ontniet hebben
he/she/it would have done
zouden ontniet hebben
we would have done
zouden ontniet hebben
you all would have done
zouden ontniet hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
ontniet
do
ontniet
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontmoeten
meet

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ompantseren
do
ontaarden
degenerate
ontlaten
anneal
ontmaagden
louse
ontmasten
dismast
ontmommen
do
ontnemen
deprive
ontnuchteren
sober up
ontschoeien
do
ontsluieren
unveil

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?