Langswippen (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of langswippen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wip langs
I do
wipt langs
you do
wipt langs
he/she/it does
wippen langs
we do
wippen langs
you all do
wippen langs
they do
Present perfect tense
ben langsgewipt
I have done
bent langsgewipt
you have done
is langsgewipt
he/she/it has done
zijn langsgewipt
we have done
zijn langsgewipt
you all have done
zijn langsgewipt
they have done
Past tense
wipte langs
I did
wipte langs
you did
wipte langs
he/she/it did
wipten langs
we did
wipten langs
you all did
wipten langs
they did
Future tense
zal langswippen
I will do
zult langswippen
you will do
zal langswippen
he/she/it will do
zullen langswippen
we will do
zullen langswippen
you all will do
zullen langswippen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou langswippen
I would do
zou langswippen
you would do
zou langswippen
he/she/it would do
zouden langswippen
we would do
zouden langswippen
you all would do
zouden langswippen
they would do
Subjunctive mood
wippe langs
I do
wippe langs
you do
wippe langs
he/she/it do
wippe langs
we do
wippe langs
you all do
wippe langs
they do
Past perfect tense
was langsgewipt
I had done
was langsgewipt
you had done
was langsgewipt
he/she/it had done
waren langsgewipt
we had done
waren langsgewipt
you all had done
waren langsgewipt
they had done
Future perf.
zal langsgewipt zijn
I will have done
zal langsgewipt zijn
you will have done
zal langsgewipt zijn
he/she/it will have done
zullen langsgewipt zijn
we will have done
zullen langsgewipt zijn
you all will have done
zullen langsgewipt zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou langsgewipt zijn
I would have done
zou langsgewipt zijn
you would have done
zou langsgewipt zijn
he/she/it would have done
zouden langsgewipt zijn
we would have done
zouden langsgewipt zijn
you all would have done
zouden langsgewipt zijn
they would have done
Present bijzin tense
langswip
I do
langswipt
you do
langswipt
he/she/it does
langswippen
we do
langswippen
you all do
langswippen
they do
Past bijzin tense
langswipte
I did
langswipte
you did
langswipte
he/she/it did
langswipten
we did
langswipten
you all did
langswipten
they did
Future bijzin tense
zal langswippen
I will do
zult langswippen
you will do
zal langswippen
he/she/it will do
zullen langswippen
we will do
zullen langswippen
you all will do
zullen langswippen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou langswippen
I would do
zou langswippen
you would do
zou langswippen
he/she/it would do
zouden langswippen
we would do
zouden langswippen
you all would do
zouden langswippen
they would do
Subjunctive bijzin mood
langswippe
I do
langswippe
you do
langswippe
he/she/it do
langswippe
we do
langswippe
you all do
langswippe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
wip langs
do
wipt langs
do

Examples of langswippen

Example in DutchTranslation in English
En, als er geen bevallingen zijn... kan ik na de lunch wel even langswippen.Then, if I don't have any babies to deliver... I could stop by after lunch.
Ik kwam even langswippen.I just popped down for a while. Okay.
Ik zat thuis en dacht: Laat ik even langswippen om hallo te zeggen.I was just sitting at home, thinking about you... and I thought, why don't I crawl up the side of his house and say hello.
Ik zou maar gauw even langswippen.I'd hobble on down there if I were you. Right now.
Als ik niet langswip dan verliezen we contactIf I don't pop by we'll loose communication.
Als ik niet langswip dan zien we elkaar nooitIf I don't drop by we can't see each other.
Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik langswip?I hope you don't mind me just showing up.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

kruipen
crawl
kwantificeren
quantify
kwantiseren
quantize
kwetteren
twitter
lamineren
do
langstrekken
long pull
lanteren
do
laven
refresh
leeggooien
empty
leegschudden
shake out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?