Klateren (to gurgle) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of klateren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klater
I gurgle
klatert
you gurgle
klatert
he/she/it gurgles
klateren
we gurgle
klateren
you all gurgle
klateren
they gurgle
Present perfect tense
heb geklaterd
I have gurgled
hebt geklaterd
you have gurgled
heeft geklaterd
he/she/it has gurgled
hebben geklaterd
we have gurgled
hebben geklaterd
you all have gurgled
hebben geklaterd
they have gurgled
Past tense
klaterde
I gurgled
klaterde
you gurgled
klaterde
he/she/it gurgled
klaterden
we gurgled
klaterden
you all gurgled
klaterden
they gurgled
Future tense
zal klateren
I will gurgle
zult klateren
you will gurgle
zal klateren
he/she/it will gurgle
zullen klateren
we will gurgle
zullen klateren
you all will gurgle
zullen klateren
they will gurgle
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klateren
I would gurgle
zou klateren
you would gurgle
zou klateren
he/she/it would gurgle
zouden klateren
we would gurgle
zouden klateren
you all would gurgle
zouden klateren
they would gurgle
Subjunctive mood
klatere
I gurgle
klatere
you gurgle
klatere
he/she/it gurgle
klatere
we gurgle
klatere
you all gurgle
klatere
they gurgle
Past perfect tense
had geklaterd
I had gurgled
had geklaterd
you had gurgled
had geklaterd
he/she/it had gurgled
hadden geklaterd
we had gurgled
hadden geklaterd
you all had gurgled
hadden geklaterd
they had gurgled
Future perf.
zal geklaterd hebben
I will have gurgled
zal geklaterd hebben
you will have gurgled
zal geklaterd hebben
he/she/it will have gurgled
zullen geklaterd hebben
we will have gurgled
zullen geklaterd hebben
you all will have gurgled
zullen geklaterd hebben
they will have gurgled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geklaterd hebben
I would have gurgled
zou geklaterd hebben
you would have gurgled
zou geklaterd hebben
he/she/it would have gurgled
zouden geklaterd hebben
we would have gurgled
zouden geklaterd hebben
you all would have gurgled
zouden geklaterd hebben
they would have gurgled
Du
Ihr
Imperative mood
klater
gurgle
klatert
gurgle

Examples of klateren

Example in DutchTranslation in English
Alleen de roestige pijpen zijn al een klaterend slaapliedje.The pipes alone are like a gurgling, rusty lullaby.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

epateren
do
flateren
flat honor
karteren
do
kenteren
do
ketteren
curse
keuteren
do
klatsjen
do
kloneren
do
koeteren
do
kotteren
cotter
kwiteren
acknowledge a
plateren
plat
snateren
cackle

Similar but longer

klauteren
clamber

Random

kermen
groan
kiemen
germinate
kikken
click
killen
shiver
kippen
do
kiteboarden
kiteboard
klasseren
do
klatsjen
do
klemrijden
underrun
kletsen
chat

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'gurgle':

None found.
Learning languages?