Inbranden (to drill in) conjugation

Dutch

Conjugation of inbranden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
brand in
I drill in
brandt in
you drill in
brandt in
he/she/it drills in
branden in
we drill in
branden in
you all drill in
branden in
they drill in
Present perfect tense
heb ingebrand
I have drilled in
hebt ingebrand
you have drilled in
heeft ingebrand
he/she/it has drilled in
hebben ingebrand
we have drilled in
hebben ingebrand
you all have drilled in
hebben ingebrand
they have drilled in
Past tense
brandde in
I drilled in
brandde in
you drilled in
brandde in
he/she/it drilled in
brandden in
we drilled in
brandden in
you all drilled in
brandden in
they drilled in
Future tense
zal inbranden
I will drill in
zult inbranden
you will drill in
zal inbranden
he/she/it will drill in
zullen inbranden
we will drill in
zullen inbranden
you all will drill in
zullen inbranden
they will drill in
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou inbranden
I would drill in
zou inbranden
you would drill in
zou inbranden
he/she/it would drill in
zouden inbranden
we would drill in
zouden inbranden
you all would drill in
zouden inbranden
they would drill in
Subjunctive mood
brande in
I drill in
brande in
you drill in
brande in
he/she/it drill in
brande in
we drill in
brande in
you all drill in
brande in
they drill in
Past perfect tense
had ingebrand
I had drilled in
had ingebrand
you had drilled in
had ingebrand
he/she/it had drilled in
hadden ingebrand
we had drilled in
hadden ingebrand
you all had drilled in
hadden ingebrand
they had drilled in
Future perf.
zal ingebrand hebben
I will have drilled in
zal ingebrand hebben
you will have drilled in
zal ingebrand hebben
he/she/it will have drilled in
zullen ingebrand hebben
we will have drilled in
zullen ingebrand hebben
you all will have drilled in
zullen ingebrand hebben
they will have drilled in
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ingebrand hebben
I would have drilled in
zou ingebrand hebben
you would have drilled in
zou ingebrand hebben
he/she/it would have drilled in
zouden ingebrand hebben
we would have drilled in
zouden ingebrand hebben
you all would have drilled in
zouden ingebrand hebben
they would have drilled in
Present bijzin tense
inbrand
I drill in
inbrandt
you drill in
inbrandt
he/she/it drills in
inbranden
we drill in
inbranden
you all drill in
inbranden
they drill in
Past bijzin tense
inbrandde
I drilled in
inbrandde
you drilled in
inbrandde
he/she/it drilled in
inbrandden
we drilled in
inbrandden
you all drilled in
inbrandden
they drilled in
Future bijzin tense
zal inbranden
I will drill in
zult inbranden
you will drill in
zal inbranden
he/she/it will drill in
zullen inbranden
we will drill in
zullen inbranden
you all will drill in
zullen inbranden
they will drill in
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou inbranden
I would drill in
zou inbranden
you would drill in
zou inbranden
he/she/it would drill in
zouden inbranden
we would drill in
zouden inbranden
you all would drill in
zouden inbranden
they would drill in
Subjunctive bijzin mood
inbrande
I drill in
inbrande
you drill in
inbrande
he/she/it drill in
inbrande
we drill in
inbrande
you all drill in
inbrande
they drill in
Du
Ihr
Imperative mood
brand in
drill in
brandt in
drill in

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afbranden
do
nabranden
do
opbranden
burn

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

hervatten
resume
hoogschatten
high estimate
hunkeren
yearn
ijshockeyen
do
inboezemen
instill
inbouwen
drill in
inbreien
do
indeuken
dent
indiceren
do
indragen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'drill in':

None found.
Learning languages?