Halsteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of halsteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
halster
I do
halstert
you do
halstert
he/she/it does
halsteren
we do
halsteren
you all do
halsteren
they do
Present perfect tense
heb gehalsterd
I have done
hebt gehalsterd
you have done
heeft gehalsterd
he/she/it has done
hebben gehalsterd
we have done
hebben gehalsterd
you all have done
hebben gehalsterd
they have done
Past tense
halsterde
I did
halsterde
you did
halsterde
he/she/it did
halsterden
we did
halsterden
you all did
halsterden
they did
Future tense
zal halsteren
I will do
zult halsteren
you will do
zal halsteren
he/she/it will do
zullen halsteren
we will do
zullen halsteren
you all will do
zullen halsteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou halsteren
I would do
zou halsteren
you would do
zou halsteren
he/she/it would do
zouden halsteren
we would do
zouden halsteren
you all would do
zouden halsteren
they would do
Subjunctive mood
halstere
I do
halstere
you do
halstere
he/she/it do
halstere
we do
halstere
you all do
halstere
they do
Past perfect tense
had gehalsterd
I had done
had gehalsterd
you had done
had gehalsterd
he/she/it had done
hadden gehalsterd
we had done
hadden gehalsterd
you all had done
hadden gehalsterd
they had done
Future perf.
zal gehalsterd hebben
I will have done
zal gehalsterd hebben
you will have done
zal gehalsterd hebben
he/she/it will have done
zullen gehalsterd hebben
we will have done
zullen gehalsterd hebben
you all will have done
zullen gehalsterd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehalsterd hebben
I would have done
zou gehalsterd hebben
you would have done
zou gehalsterd hebben
he/she/it would have done
zouden gehalsterd hebben
we would have done
zouden gehalsterd hebben
you all would have done
zouden gehalsterd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
halster
do
halstert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bolsteren
do
hamsteren
hoard
heisteren
heist honor

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

gourmetten
do
greineren
grain
groenen
grow
haarkloven
do
hakken
cut
hallucineren
hallucinate
halteren
do
headbangen
headbang
healen
heal
heensnellen
rush around

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?