Doorvoelen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of doorvoelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
doorvoel
I do
doorvoelt
you do
doorvoelt
he/she/it does
doorvoelen
we do
doorvoelen
you all do
doorvoelen
they do
Present perfect tense
heb doorvoeld
I have done
hebt doorvoeld
you have done
heeft doorvoeld
he/she/it has done
hebben doorvoeld
we have done
hebben doorvoeld
you all have done
hebben doorvoeld
they have done
Past tense
doorvoelde
I did
doorvoelde
you did
doorvoelde
he/she/it did
doorvoelden
we did
doorvoelden
you all did
doorvoelden
they did
Future tense
zal doorvoelen
I will do
zult doorvoelen
you will do
zal doorvoelen
he/she/it will do
zullen doorvoelen
we will do
zullen doorvoelen
you all will do
zullen doorvoelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorvoelen
I would do
zou doorvoelen
you would do
zou doorvoelen
he/she/it would do
zouden doorvoelen
we would do
zouden doorvoelen
you all would do
zouden doorvoelen
they would do
Subjunctive mood
doorvoele
I do
doorvoele
you do
doorvoele
he/she/it do
doorvoele
we do
doorvoele
you all do
doorvoele
they do
Past perfect tense
had doorvoeld
I had done
had doorvoeld
you had done
had doorvoeld
he/she/it had done
hadden doorvoeld
we had done
hadden doorvoeld
you all had done
hadden doorvoeld
they had done
Future perf.
zal doorvoeld hebben
I will have done
zal doorvoeld hebben
you will have done
zal doorvoeld hebben
he/she/it will have done
zullen doorvoeld hebben
we will have done
zullen doorvoeld hebben
you all will have done
zullen doorvoeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorvoeld hebben
I would have done
zou doorvoeld hebben
you would have done
zou doorvoeld hebben
he/she/it would have done
zouden doorvoeld hebben
we would have done
zouden doorvoeld hebben
you all would have done
zouden doorvoeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
doorvoel
do
doorvoelt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

doorspelen
continue
doorvoeren
practice
doorvorsen
do
doorwoelen
do
voorvoelen
feel

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doorsteken
cut through
doorstomen
do
doortrekken
extend
doorvertellen
do
doorverwijzen
do
doorvloeien
do
doorvoeren
practice
doorzetten
push through
downloaden
download
draperen
drape

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?