Vlechtbenen (to braid legs) conjugation

Dutch

Conjugation of vlechtbenen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlechtbeen
I braid legs
vlechtbeent
you braid legs
vlechtbeent
he/she/it braids legs
vlechtbenen
we braid legs
vlechtbenen
you all braid legs
vlechtbenen
they braid legs
Present perfect tense
heb gevlechtbeend
I have braided legs
hebt gevlechtbeend
you have braided legs
heeft gevlechtbeend
he/she/it has braided legs
hebben gevlechtbeend
we have braided legs
hebben gevlechtbeend
you all have braided legs
hebben gevlechtbeend
they have braided legs
Past tense
vlechtbeende
I braided legs
vlechtbeende
you braided legs
vlechtbeende
he/she/it braided legs
vlechtbeenden
we braided legs
vlechtbeenden
you all braided legs
vlechtbeenden
they braided legs
Future tense
zal vlechtbenen
I will braid legs
zult vlechtbenen
you will braid legs
zal vlechtbenen
he/she/it will braid legs
zullen vlechtbenen
we will braid legs
zullen vlechtbenen
you all will braid legs
zullen vlechtbenen
they will braid legs
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vlechtbenen
I would braid legs
zou vlechtbenen
you would braid legs
zou vlechtbenen
he/she/it would braid legs
zouden vlechtbenen
we would braid legs
zouden vlechtbenen
you all would braid legs
zouden vlechtbenen
they would braid legs
Subjunctive mood
vlechtbene
I braid legs
vlechtbene
you braid legs
vlechtbene
he/she/it braid legs
vlechtbene
we braid legs
vlechtbene
you all braid legs
vlechtbene
they braid legs
Past perfect tense
had gevlechtbeend
I had braided legs
had gevlechtbeend
you had braided legs
had gevlechtbeend
he/she/it had braided legs
hadden gevlechtbeend
we had braided legs
hadden gevlechtbeend
you all had braided legs
hadden gevlechtbeend
they had braided legs
Future perf.
zal gevlechtbeend hebben
I will have braided legs
zal gevlechtbeend hebben
you will have braided legs
zal gevlechtbeend hebben
he/she/it will have braided legs
zullen gevlechtbeend hebben
we will have braided legs
zullen gevlechtbeend hebben
you all will have braided legs
zullen gevlechtbeend hebben
they will have braided legs
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevlechtbeend hebben
I would have braided legs
zou gevlechtbeend hebben
you would have braided legs
zou gevlechtbeend hebben
he/she/it would have braided legs
zouden gevlechtbeend hebben
we would have braided legs
zouden gevlechtbeend hebben
you all would have braided legs
zouden gevlechtbeend hebben
they would have braided legs
Du
Ihr
Imperative mood
vlechtbeen
braid legs
vlechtbeent
braid legs

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verwelkomen
welcome
verwurgen
strangle
verzeilen
sail
verzinnebeelden
symbolize
vigileren
do
vitamineren
do
vlassen
do
vlechten
plait
vletten
do
volharden
persevere

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'braid legs':

None found.
Learning languages?