Toestrijken (to send rich) conjugation

Dutch

Conjugation of toestrijken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
strijk toe
I send rich
strijkt toe
you send rich
strijkt toe
he/she/it sends rich
strijken toe
we send rich
strijken toe
you all send rich
strijken toe
they send rich
Present perfect tense
heb toegestreken
I have sent rich
hebt toegestreken
you have sent rich
heeft toegestreken
he/she/it has sent rich
hebben toegestreken
we have sent rich
hebben toegestreken
you all have sent rich
hebben toegestreken
they have sent rich
Past tense
streek toe
I sent rich
streek toe
you sent rich
streek toe
he/she/it sent rich
streken toe
we sent rich
streken toe
you all sent rich
streken toe
they sent rich
Future tense
zal toestrijken
I will send rich
zult toestrijken
you will send rich
zal toestrijken
he/she/it will send rich
zullen toestrijken
we will send rich
zullen toestrijken
you all will send rich
zullen toestrijken
they will send rich
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou toestrijken
I would send rich
zou toestrijken
you would send rich
zou toestrijken
he/she/it would send rich
zouden toestrijken
we would send rich
zouden toestrijken
you all would send rich
zouden toestrijken
they would send rich
Subjunctive mood
strijke toe
I send rich
strijke toe
you send rich
strijke toe
he/she/it send rich
strijke toe
we send rich
strijke toe
you all send rich
strijke toe
they send rich
Past perfect tense
had toegestreken
I had sent rich
had toegestreken
you had sent rich
had toegestreken
he/she/it had sent rich
hadden toegestreken
we had sent rich
hadden toegestreken
you all had sent rich
hadden toegestreken
they had sent rich
Future perf.
zal toegestreken hebben
I will have sent rich
zal toegestreken hebben
you will have sent rich
zal toegestreken hebben
he/she/it will have sent rich
zullen toegestreken hebben
we will have sent rich
zullen toegestreken hebben
you all will have sent rich
zullen toegestreken hebben
they will have sent rich
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou toegestreken hebben
I would have sent rich
zou toegestreken hebben
you would have sent rich
zou toegestreken hebben
he/she/it would have sent rich
zouden toegestreken hebben
we would have sent rich
zouden toegestreken hebben
you all would have sent rich
zouden toegestreken hebben
they would have sent rich
Present bijzin tense
toestrijk
I send rich
toestrijkt
you send rich
toestrijkt
he/she/it sends rich
toestrijken
we send rich
toestrijken
you all send rich
toestrijken
they send rich
Past bijzin tense
toestreek
I sent rich
toestreek
you sent rich
toestreek
he/she/it sent rich
toestreken
we sent rich
toestreken
you all sent rich
toestreken
they sent rich
Future bijzin tense
zal toestrijken
I will send rich
zult toestrijken
you will send rich
zal toestrijken
he/she/it will send rich
zullen toestrijken
we will send rich
zullen toestrijken
you all will send rich
zullen toestrijken
they will send rich
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou toestrijken
I would send rich
zou toestrijken
you would send rich
zou toestrijken
he/she/it would send rich
zouden toestrijken
we would send rich
zouden toestrijken
you all would send rich
zouden toestrijken
they would send rich
Subjunctive bijzin mood
toestrijke
I send rich
toestrijke
you send rich
toestrijke
he/she/it send rich
toestrijke
we send rich
toestrijke
you all send rich
toestrijke
they send rich
Du
Ihr
Imperative mood
strijk to
send rich
strijkt t
send rich

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

toeroepen
call out
toeschoppen
do
toesnoeren
constrict
toespelen
bounce pass
toespringen
do
toestoten
nudge
toestromen
throng
toetsen
test
toevoegen
add
tolereren
endure

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'send rich':

None found.
Learning languages?