Gelijkschakelen (to right turn) conjugation

Dutch

Conjugation of gelijkschakelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schakel gelijk
I right turn
schakelt gelijk
you right turn
schakelt gelijk
he/she/it rights turn
schakelen gelijk
we right turn
schakelen gelijk
you all right turn
schakelen gelijk
they right turn
Present perfect tense
heb gelijkgeschakeld
I have righted turn
hebt gelijkgeschakeld
you have righted turn
heeft gelijkgeschakeld
he/she/it has righted turn
hebben gelijkgeschakeld
we have righted turn
hebben gelijkgeschakeld
you all have righted turn
hebben gelijkgeschakeld
they have righted turn
Past tense
schakelde gelijk
I righted turn
schakelde gelijk
you righted turn
schakelde gelijk
he/she/it righted turn
schakelden gelijk
we righted turn
schakelden gelijk
you all righted turn
schakelden gelijk
they righted turn
Future tense
zal gelijkschakelen
I will right turn
zult gelijkschakelen
you will right turn
zal gelijkschakelen
he/she/it will right turn
zullen gelijkschakelen
we will right turn
zullen gelijkschakelen
you all will right turn
zullen gelijkschakelen
they will right turn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gelijkschakelen
I would right turn
zou gelijkschakelen
you would right turn
zou gelijkschakelen
he/she/it would right turn
zouden gelijkschakelen
we would right turn
zouden gelijkschakelen
you all would right turn
zouden gelijkschakelen
they would right turn
Subjunctive mood
schakele gelijk
I right turn
schakele gelijk
you right turn
schakele gelijk
he/she/it right turn
schakele gelijk
we right turn
schakele gelijk
you all right turn
schakele gelijk
they right turn
Past perfect tense
had gelijkgeschakeld
I had righted turn
had gelijkgeschakeld
you had righted turn
had gelijkgeschakeld
he/she/it had righted turn
hadden gelijkgeschakeld
we had righted turn
hadden gelijkgeschakeld
you all had righted turn
hadden gelijkgeschakeld
they had righted turn
Future perf.
zal gelijkgeschakeld hebben
I will have righted turn
zal gelijkgeschakeld hebben
you will have righted turn
zal gelijkgeschakeld hebben
he/she/it will have righted turn
zullen gelijkgeschakeld hebben
we will have righted turn
zullen gelijkgeschakeld hebben
you all will have righted turn
zullen gelijkgeschakeld hebben
they will have righted turn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gelijkgeschakeld hebben
I would have righted turn
zou gelijkgeschakeld hebben
you would have righted turn
zou gelijkgeschakeld hebben
he/she/it would have righted turn
zouden gelijkgeschakeld hebben
we would have righted turn
zouden gelijkgeschakeld hebben
you all would have righted turn
zouden gelijkgeschakeld hebben
they would have righted turn
Present bijzin tense
gelijkschakel
I right turn
gelijkschakelt
you right turn
gelijkschakelt
he/she/it rights turn
gelijkschakelen
we right turn
gelijkschakelen
you all right turn
gelijkschakelen
they right turn
Past bijzin tense
gelijkschakelde
I righted turn
gelijkschakelde
you righted turn
gelijkschakelde
he/she/it righted turn
gelijkschakelden
we righted turn
gelijkschakelden
you all righted turn
gelijkschakelden
they righted turn
Future bijzin tense
zal gelijkschakelen
I will right turn
zult gelijkschakelen
you will right turn
zal gelijkschakelen
he/she/it will right turn
zullen gelijkschakelen
we will right turn
zullen gelijkschakelen
you all will right turn
zullen gelijkschakelen
they will right turn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou gelijkschakelen
I would right turn
zou gelijkschakelen
you would right turn
zou gelijkschakelen
he/she/it would right turn
zouden gelijkschakelen
we would right turn
zouden gelijkschakelen
you all would right turn
zouden gelijkschakelen
they would right turn
Subjunctive bijzin mood
gelijkschakele
I right turn
gelijkschakele
you right turn
gelijkschakele
he/she/it right turn
gelijkschakele
we right turn
gelijkschakele
you all right turn
gelijkschakele
they right turn
Du
Ihr
Imperative mood
schakel gelijk
right turn
schakelt gelijk
right turn

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

fluimen
do
fronselen
do
gaslaan
do
gebruikmaken
use
geilbekken
do
gelijkrichten
equalize
gelijkspelen
tie
gelijkstellen
equate
gereedzetten
arm
gevoelen
feel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'right turn':

None found.
Learning languages?