Doorfietsen (to do) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of doorfietsen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fiets door
I do
fietst door
you do
fietst door
he/she/it does
fietsen door
we do
fietsen door
you all do
fietsen door
they do
Present perfect tense
heb doorgefietst
I have done
hebt doorgefietst
you have done
heeft doorgefietst
he/she/it has done
hebben doorgefietst
we have done
hebben doorgefietst
you all have done
hebben doorgefietst
they have done
Past tense
fietste door
I did
fietste door
you did
fietste door
he/she/it did
fietsten door
we did
fietsten door
you all did
fietsten door
they did
Future tense
zal doorfietsen
I will do
zult doorfietsen
you will do
zal doorfietsen
he/she/it will do
zullen doorfietsen
we will do
zullen doorfietsen
you all will do
zullen doorfietsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorfietsen
I would do
zou doorfietsen
you would do
zou doorfietsen
he/she/it would do
zouden doorfietsen
we would do
zouden doorfietsen
you all would do
zouden doorfietsen
they would do
Subjunctive mood
fietse door
I do
fietse door
you do
fietse door
he/she/it do
fietse door
we do
fietse door
you all do
fietse door
they do
Past perfect tense
had doorgefietst
I had done
had doorgefietst
you had done
had doorgefietst
he/she/it had done
hadden doorgefietst
we had done
hadden doorgefietst
you all had done
hadden doorgefietst
they had done
Future perf.
zal doorgefietst hebben
I will have done
zal doorgefietst hebben
you will have done
zal doorgefietst hebben
he/she/it will have done
zullen doorgefietst hebben
we will have done
zullen doorgefietst hebben
you all will have done
zullen doorgefietst hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgefietst hebben
I would have done
zou doorgefietst hebben
you would have done
zou doorgefietst hebben
he/she/it would have done
zouden doorgefietst hebben
we would have done
zouden doorgefietst hebben
you all would have done
zouden doorgefietst hebben
they would have done
Present bijzin tense
doorfiets
I do
doorfietst
you do
doorfietst
he/she/it does
doorfietsen
we do
doorfietsen
you all do
doorfietsen
they do
Past bijzin tense
doorfietste
I did
doorfietste
you did
doorfietste
he/she/it did
doorfietsten
we did
doorfietsten
you all did
doorfietsten
they did
Future bijzin tense
zal doorfietsen
I will do
zult doorfietsen
you will do
zal doorfietsen
he/she/it will do
zullen doorfietsen
we will do
zullen doorfietsen
you all will do
zullen doorfietsen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorfietsen
I would do
zou doorfietsen
you would do
zou doorfietsen
he/she/it would do
zouden doorfietsen
we would do
zouden doorfietsen
you all would do
zouden doorfietsen
they would do
Subjunctive bijzin mood
doorfietse
I do
doorfietse
you do
doorfietse
he/she/it do
doorfietse
we do
doorfietse
you all do
doorfietse
they do
Du
Ihr
Imperative mood
fiets door
do
fietst
do

Examples of doorfietsen

Example in DutchTranslation in English
Ik fiets door de straat en ik zie die kerel op een ladder staan.I'm riding down the street and um... I see this geezer up a ladder, right at the top.
Ik rij op mijn favoriete fiets door de hoofdstraat.I pedal my favorite bike down Main Street.
Waarom rijd jij met de fiets door de regen?I don't mind. A little drizzle never hurt anybody.
ls dat niet gevaarlijk, als blinde met een fiets door Londen rijden?She asked me! Isn't it a bit dangerous for someone with a severe visual impairment to be riding a bike in London?
Albert Hoffman neemt 25 maal meer dan de toegestane hoeveelheid LSD... en fietst door de straten van Bazel.Albert Hoffman takes 25 times the threshold dose of LSD and rides his bicycle through the streets of Basel.
Misschien moeten we iets leuks doen vóór onze dood... zoals fietsen door Vietnam.Maybe we should do some nice things before we die... like bicycle through Vietnam.
Albert Hoffman neemt 25 maal meer dan de toegestane hoeveelheid LSD... en fietst door de straten van Bazel.Albert Hoffman takes 25 times the threshold dose of LSD and rides his bicycle through the streets of Basel.
Een goede fietser fietst overal.A good cyclist does not need a road, Watson.
En die pyromaan fietst hier maar rond en jullie doen geen barst.And that pyromaniac cycles around here, and you don't even care.
Ga ik naar... de sportschool en ik gebruik een hometrainer, en je komt gewoon nergens, hoe hard je ook fietst.I-I- - I've been going... to the gym, and I use a stationary bike, and you know, you just don't get anywhere, no matter how hard you pedal.
Ik bedoel, ze fietst niet graag...I mean, she doesn't like biking...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?