Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Doorborduren (to do) conjugation

Dutch
2 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
borduur door
borduurt door
borduurt door
borduren door
borduren door
borduren door
Present perfect tense
heb doorgeborduurd
hebt doorgeborduurd
heeft doorgeborduurd
hebben doorgeborduurd
hebben doorgeborduurd
hebben doorgeborduurd
Past tense
borduurde door
borduurde door
borduurde door
borduurden door
borduurden door
borduurden door
Future tense
zal doorborduren
zult doorborduren
zal doorborduren
zullen doorborduren
zullen doorborduren
zullen doorborduren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou doorborduren
zou doorborduren
zou doorborduren
zouden doorborduren
zouden doorborduren
zouden doorborduren
Subjunctive mood
bordure door
bordure door
bordure door
bordure door
bordure door
bordure door
Past perfect tense
had doorgeborduurd
had doorgeborduurd
had doorgeborduurd
hadden doorgeborduurd
hadden doorgeborduurd
hadden doorgeborduurd
Future perf.
zal doorgeborduurd hebben
zal doorgeborduurd hebben
zal doorgeborduurd hebben
zullen doorgeborduurd hebben
zullen doorgeborduurd hebben
zullen doorgeborduurd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou doorgeborduurd hebben
zou doorgeborduurd hebben
zou doorgeborduurd hebben
zouden doorgeborduurd hebben
zouden doorgeborduurd hebben
zouden doorgeborduurd hebben
Present bijzin tense
doorborduur
doorborduurt
doorborduurt
doorborduren
doorborduren
doorborduren
Past bijzin tense
doorborduurde
doorborduurde
doorborduurde
doorborduurden
doorborduurden
doorborduurden
Future bijzin tense
zal doorborduren
zult doorborduren
zal doorborduren
zullen doorborduren
zullen doorborduren
zullen doorborduren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou doorborduren
zou doorborduren
zou doorborduren
zouden doorborduren
zouden doorborduren
zouden doorborduren
Subjunctive bijzin mood
doorbordure
doorbordure
doorbordure
doorbordure
doorbordure
doorbordure
Du
Ihr
Imperative mood
borduur door
borduurt

Examples of doorborduren

Example in DutchTranslation in English
Hij is compleet eerlijk. Hij is gevoelig en borduurt.I, I need you to help Jack out with that window He's in a real pickle
Weet de koningin dat je borduurt?You told the Queen you do embroidery?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

dichtmetselen
brick up
doen
do
donderjagen
monkey about
doodknijpen
dead pinch
doodlachen
die laughing
doodwerken
dead works
doorbladeren
do
doorbloeien
do
doorboren
pierce
doordoen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.