Woekeren (to rage) conjugation

Dutch

Conjugation of woekeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
woeker
I rage
woekert
you rage
woekert
he/she/it rages
woekeren
we rage
woekeren
you all rage
woekeren
they rage
Present perfect tense
heb gewoekerd
I have raged
hebt gewoekerd
you have raged
heeft gewoekerd
he/she/it has raged
hebben gewoekerd
we have raged
hebben gewoekerd
you all have raged
hebben gewoekerd
they have raged
Past tense
woekerde
I raged
woekerde
you raged
woekerde
he/she/it raged
woekerden
we raged
woekerden
you all raged
woekerden
they raged
Future tense
zal woekeren
I will rage
zult woekeren
you will rage
zal woekeren
he/she/it will rage
zullen woekeren
we will rage
zullen woekeren
you all will rage
zullen woekeren
they will rage
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou woekeren
I would rage
zou woekeren
you would rage
zou woekeren
he/she/it would rage
zouden woekeren
we would rage
zouden woekeren
you all would rage
zouden woekeren
they would rage
Subjunctive mood
woekere
I rage
woekere
you rage
woekere
he/she/it rage
woekere
we rage
woekere
you all rage
woekere
they rage
Past perfect tense
had gewoekerd
I had raged
had gewoekerd
you had raged
had gewoekerd
he/she/it had raged
hadden gewoekerd
we had raged
hadden gewoekerd
you all had raged
hadden gewoekerd
they had raged
Future perf.
zal gewoekerd hebben
I will have raged
zal gewoekerd hebben
you will have raged
zal gewoekerd hebben
he/she/it will have raged
zullen gewoekerd hebben
we will have raged
zullen gewoekerd hebben
you all will have raged
zullen gewoekerd hebben
they will have raged
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewoekerd hebben
I would have raged
zou gewoekerd hebben
you would have raged
zou gewoekerd hebben
he/she/it would have raged
zouden gewoekerd hebben
we would have raged
zouden gewoekerd hebben
you all would have raged
zouden gewoekerd hebben
they would have raged
Du
Ihr
Imperative mood
woeker
rage
woekert
rage

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

piekeren
mull
toekeren
turn
wonderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wennen
get used
wettigen
warrant
wijden
dedicate
wikken
weigh
winteren
overwinter
wisselen
change
woeden
rage
woelen
toss
zakken
descend
zanden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'rage':

None found.
Learning languages?