Verblikken (to do) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of verblikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verblik
I do
verblikt
you do
verblikt
he/she/it does
verblikken
we do
verblikken
you all do
verblikken
they do
Present perfect tense
ben verblikt
I have done
bent verblikt
you have done
is verblikt
he/she/it has done
zijn verblikt
we have done
zijn verblikt
you all have done
zijn verblikt
they have done
Past tense
verblikte
I did
verblikte
you did
verblikte
he/she/it did
verblikten
we did
verblikten
you all did
verblikten
they did
Future tense
zal verblikken
I will do
zult verblikken
you will do
zal verblikken
he/she/it will do
zullen verblikken
we will do
zullen verblikken
you all will do
zullen verblikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verblikken
I would do
zou verblikken
you would do
zou verblikken
he/she/it would do
zouden verblikken
we would do
zouden verblikken
you all would do
zouden verblikken
they would do
Subjunctive mood
verblikke
I do
verblikke
you do
verblikke
he/she/it do
verblikke
we do
verblikke
you all do
verblikke
they do
Past perfect tense
was verblikt
I had done
was verblikt
you had done
was verblikt
he/she/it had done
waren verblikt
we had done
waren verblikt
you all had done
waren verblikt
they had done
Future perf.
zal verblikt zijn
I will have done
zal verblikt zijn
you will have done
zal verblikt zijn
he/she/it will have done
zullen verblikt zijn
we will have done
zullen verblikt zijn
you all will have done
zullen verblikt zijn
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verblikt zijn
I would have done
zou verblikt zijn
you would have done
zou verblikt zijn
he/she/it would have done
zouden verblikt zijn
we would have done
zouden verblikt zijn
you all would have done
zouden verblikt zijn
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
verblik
do
verblikt
do

Examples of verblikken

Example in DutchTranslation in English
Hij verblikte of verbloosde niet.He didn't blink.
Je hebt haar kast vernield en ze verblikte of verbloosde niet.You trashed her closet yet she didn't bat an eyelid.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verblijden
gladden
verblijven
stay
verblinden
dazzle
verklikken
discolour
verkwikken
refresh
verslikken
abrade
verstikken
suffocate
verwrikken
do
verzwikken
sprain

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?