Tegenzitten (to sit) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of tegenzitten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zit tegen
I sit
zit tegen
you sit
zit tegen
he/she/it sits
zitten tegen
we sit
zitten tegen
you all sit
zitten tegen
they sit
Present perfect tense
heb tegengezeten
I have sat
hebt tegengezeten
you have sat
heeft tegengezeten
he/she/it has sat
hebben tegengezeten
we have sat
hebben tegengezeten
you all have sat
hebben tegengezeten
they have sat
Past tense
zat tegen
I sat
zat tegen
you sat
zat tegen
he/she/it sat
zaten tegen
we sat
zaten tegen
you all sat
zaten tegen
they sat
Future tense
zal tegenzitten
I will sit
zult tegenzitten
you will sit
zal tegenzitten
he/she/it will sit
zullen tegenzitten
we will sit
zullen tegenzitten
you all will sit
zullen tegenzitten
they will sit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tegenzitten
I would sit
zou tegenzitten
you would sit
zou tegenzitten
he/she/it would sit
zouden tegenzitten
we would sit
zouden tegenzitten
you all would sit
zouden tegenzitten
they would sit
Subjunctive mood
zitte tegen
I sit
zitte tegen
you sit
zitte tegen
he/she/it sit
zitte tegen
we sit
zitte tegen
you all sit
zitte tegen
they sit
Past perfect tense
had tegengezeten
I had sat
had tegengezeten
you had sat
had tegengezeten
he/she/it had sat
hadden tegengezeten
we had sat
hadden tegengezeten
you all had sat
hadden tegengezeten
they had sat
Future perf.
zal tegengezeten hebben
I will have sat
zal tegengezeten hebben
you will have sat
zal tegengezeten hebben
he/she/it will have sat
zullen tegengezeten hebben
we will have sat
zullen tegengezeten hebben
you all will have sat
zullen tegengezeten hebben
they will have sat
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tegengezeten hebben
I would have sat
zou tegengezeten hebben
you would have sat
zou tegengezeten hebben
he/she/it would have sat
zouden tegengezeten hebben
we would have sat
zouden tegengezeten hebben
you all would have sat
zouden tegengezeten hebben
they would have sat
Present bijzin tense
tegenzit
I sit
tegenzit
you sit
tegenzit
he/she/it sits
tegenzitten
we sit
tegenzitten
you all sit
tegenzitten
they sit
Past bijzin tense
tegenzat
I sat
tegenzat
you sat
tegenzat
he/she/it sat
tegenzaten
we sat
tegenzaten
you all sat
tegenzaten
they sat
Future bijzin tense
zal tegenzitten
I will sit
zult tegenzitten
you will sit
zal tegenzitten
he/she/it will sit
zullen tegenzitten
we will sit
zullen tegenzitten
you all will sit
zullen tegenzitten
they will sit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tegenzitten
I would sit
zou tegenzitten
you would sit
zou tegenzitten
he/she/it would sit
zouden tegenzitten
we would sit
zouden tegenzitten
you all would sit
zouden tegenzitten
they would sit
Subjunctive bijzin mood
tegenzitte
I sit
tegenzitte
you sit
tegenzitte
he/she/it sit
tegenzitte
we sit
tegenzitte
you all sit
tegenzitte
they sit
Du
Ihr
Imperative mood
zit tegen
sit
zit tegen
sit

Examples of tegenzitten

Example in DutchTranslation in English
Het zit tegen, Tallis.I sit down it a lot, Tallis.
Je zit tegen de vriezer aan.Well, you're sitting under the fridge.
Je zit tegen de zoldering.You're sitting on the ceiling, Jim.
Oh het zit tegen, deze nacht.OH sits down it, the other night.
Als het tegenzit, hangt B'Elanna een soort lobotomie boven 't hoofd.While Tuvok and the Captain are reviewing the evidence, B'Elanna's sitting in a Mari jail cell waiting for some sort of lobotomy.
Dus deed ik wat ik altijd doe als het tegenzit.So I did what I always do when faced with adversity.
Hij zet ook door als het eens tegenzit.Because he doesn't let adversity get him down. He keeps grinding.
Je aarzelt niet om te schieten als 't moet. Als het tegenzit, ga je tot het uiterste.Mesrine, you start shooting without thinking, when you see that situation is getting out of your hands.
Myrtle J. Mussburger heeft haar zoon niet opgevoed... om in te storten zodra het 's tegenzit.Myrtle J. Mussburger did not raise her boy to go knock-kneed at the first sign of adversity.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sit':

None found.
Learning languages?