Sprayen (to spray) conjugation

Dutch
19 examples

Conjugation of sprayen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spray
I spray
sprayt
you spray
sprayt
he/she/it sprays
sprayen
we spray
sprayen
you all spray
sprayen
they spray
Present perfect tense
heb gesprayd
I have sprayed
hebt gesprayd
you have sprayed
heeft gesprayd
he/she/it has sprayed
hebben gesprayd
we have sprayed
hebben gesprayd
you all have sprayed
hebben gesprayd
they have sprayed
Past tense
sprayde
I sprayed
sprayde
you sprayed
sprayde
he/she/it sprayed
sprayden
we sprayed
sprayden
you all sprayed
sprayden
they sprayed
Future tense
zal sprayen
I will spray
zult sprayen
you will spray
zal sprayen
he/she/it will spray
zullen sprayen
we will spray
zullen sprayen
you all will spray
zullen sprayen
they will spray
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou sprayen
I would spray
zou sprayen
you would spray
zou sprayen
he/she/it would spray
zouden sprayen
we would spray
zouden sprayen
you all would spray
zouden sprayen
they would spray
Subjunctive mood
spraye
I spray
spraye
you spray
spraye
he/she/it spray
spraye
we spray
spraye
you all spray
spraye
they spray
Past perfect tense
had gesprayd
I had sprayed
had gesprayd
you had sprayed
had gesprayd
he/she/it had sprayed
hadden gesprayd
we had sprayed
hadden gesprayd
you all had sprayed
hadden gesprayd
they had sprayed
Future perf.
zal gesprayd hebben
I will have sprayed
zal gesprayd hebben
you will have sprayed
zal gesprayd hebben
he/she/it will have sprayed
zullen gesprayd hebben
we will have sprayed
zullen gesprayd hebben
you all will have sprayed
zullen gesprayd hebben
they will have sprayed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesprayd hebben
I would have sprayed
zou gesprayd hebben
you would have sprayed
zou gesprayd hebben
he/she/it would have sprayed
zouden gesprayd hebben
we would have sprayed
zouden gesprayd hebben
you all would have sprayed
zouden gesprayd hebben
they would have sprayed
Du
Ihr
Imperative mood
spray
spray
sprayt
spray

Examples of sprayen

Example in DutchTranslation in English
- Een moment... even hier iets sprayen?You want to spray something in here?
-Ga maar sprayen. -Echt niet.Now go spray it.
Als ik er ooit achter kom dat iemand van jullie ook op die muren heb staan sprayen... krijg je zo'n harde trap voor je reet, dat je de rest van de week niet kan zitten!If I ever catch any of y'all spray painting on anybody's wall, I'm gonna put my foot so far up your behind, you'll have toes for teeth.
Authoriteiten zeggen dat de beslissing om te sprayen is genomen... doordat er meerdere recente gevallen zijn geweest van het west nijl virus. Gekoppeld met een dramatische toeneming van de muggen populatie in sommige gebieden.Authorities say the decision to spray was made because of several recent cases of west nile virus, coupled with a dramatic increase in the mosquito population in some areas.
Deze man zoekt de winkel uit, en dan, de volgende ochtend is hij als eerst binnen om de camera's dicht te sprayen.This man cases the store, and then, the next morning, he's the first one in and sprays the cameras.
"detectie spray" en dat heb ik op alle oppervlaktes gesmeerd... waarvan ik dacht dat Henry daarmee gepakt kon worden met een grapje..."detection spray" and I put it all over the surfaces That I felt that Henry would be most vulnerable to pranks,
'Hallo bonen, voor de spray is het pech..."Hello, beans, good-bye, spray
't Is geen spray.It ain't spray.
't is meer een all-over body spray.Kind of an all-over body spray.
- Axe body spray.- Uh, Axe body spray.
- Ik focus mij op de naakte vrouw die een be-sprayt wordt in je slaapkamer.- I am focusing on the nude woman getting a spray tan in your bedroom.
Hij sprayt tien seconden.Face forward, press the red button, spray lasts ten seconds.
- U bent met 2 keer 2 gesprayd.- You got sprayed with two twos and...
Als Sean gesprayd moet worden, moet jij dat doen.If Sean needs something sprayed wherever, you do it.
Dat dat erop gesprayd is.I can't believe that's sprayed on.
Je hebt m'n voorkant twee keer gesprayd.You sprayed my front twice! - You never turned?
Tess heeft wat spul op me gesprayd.Tess sprayed some stuff on me.
Ja, Ik sprayde met een luchtje.Did you get him? - Yeah. I sprayed him with cologne.
Spoel eens terug naar het moment dat we sprayden.Archie, run this back to where he gets sprayed.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

spreken
speak

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

sparren
do
spelemeien
do
spelen
play
spoelen
rinse
sportvissen
practice sport
spotten
mock
sprankelen
do
spreiden
lay out
sprengen
sprinkle
staartdelen
tail parts

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'spray':

None found.
Learning languages?