Opkopen (to buy up) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of opkopen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
koop op
I buy up
koopt op
you buy up
koopt op
he/she/it buys up
kopen op
we buy up
kopen op
you all buy up
kopen op
they buy up
Present perfect tense
heb opgekocht
I have bought up
hebt opgekocht
you have bought up
heeft opgekocht
he/she/it has bought up
hebben opgekocht
we have bought up
hebben opgekocht
you all have bought up
hebben opgekocht
they have bought up
Past tense
kocht op
I bought up
kocht op
you bought up
kocht op
he/she/it bought up
kochten op
we bought up
kochten op
you all bought up
kochten op
they bought up
Future tense
zal opkopen
I will buy up
zult opkopen
you will buy up
zal opkopen
he/she/it will buy up
zullen opkopen
we will buy up
zullen opkopen
you all will buy up
zullen opkopen
they will buy up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opkopen
I would buy up
zou opkopen
you would buy up
zou opkopen
he/she/it would buy up
zouden opkopen
we would buy up
zouden opkopen
you all would buy up
zouden opkopen
they would buy up
Subjunctive mood
kope op
I buy up
kope op
you buy up
kope op
he/she/it buy up
kope op
we buy up
kope op
you all buy up
kope op
they buy up
Past perfect tense
had opgekocht
I had bought up
had opgekocht
you had bought up
had opgekocht
he/she/it had bought up
hadden opgekocht
we had bought up
hadden opgekocht
you all had bought up
hadden opgekocht
they had bought up
Future perf.
zal opgekocht hebben
I will have bought up
zal opgekocht hebben
you will have bought up
zal opgekocht hebben
he/she/it will have bought up
zullen opgekocht hebben
we will have bought up
zullen opgekocht hebben
you all will have bought up
zullen opgekocht hebben
they will have bought up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgekocht hebben
I would have bought up
zou opgekocht hebben
you would have bought up
zou opgekocht hebben
he/she/it would have bought up
zouden opgekocht hebben
we would have bought up
zouden opgekocht hebben
you all would have bought up
zouden opgekocht hebben
they would have bought up
Present bijzin tense
opkoop
I buy up
opkoopt
you buy up
opkoopt
he/she/it buys up
opkopen
we buy up
opkopen
you all buy up
opkopen
they buy up
Past bijzin tense
opkocht
I bought up
opkocht
you bought up
opkocht
he/she/it bought up
opkochten
we bought up
opkochten
you all bought up
opkochten
they bought up
Future bijzin tense
zal opkopen
I will buy up
zult opkopen
you will buy up
zal opkopen
he/she/it will buy up
zullen opkopen
we will buy up
zullen opkopen
you all will buy up
zullen opkopen
they will buy up
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opkopen
I would buy up
zou opkopen
you would buy up
zou opkopen
he/she/it would buy up
zouden opkopen
we would buy up
zouden opkopen
you all would buy up
zouden opkopen
they would buy up
Subjunctive bijzin mood
opkope
I buy up
opkope
you buy up
opkope
he/she/it buy up
opkope
we buy up
opkope
you all buy up
opkope
they buy up
Du
Ihr
Imperative mood
koop op
buy up
koopt op
buy up

Examples of opkopen

Example in DutchTranslation in English
Als je 'n groot marktaandeel hebt, kun je de concurrentie opkopen.If you have a large share of the market, you can buy up the competition.
Als wij zonder dat hij het weet de rest opkopen... krijgt hij er nooit genoeg zeggenschap over.Now, if we can quietly buy up the rest before he can, he won't be able to gain the control he needs.
Dat plan waardoor bedrijven meer tv-zenders kunnen opkopen.That plan to let corporations buy up more TV stations. So they backed off.
De aandeelkoersen zakten 98% en Rothschild kon toen de complete Britse economie opkopen voor een appel en een eiStocks plunged by 98% and Rothschild was then able to - buy up the entire British economy for pennies on the pound.
Een of ander bedrijf wil het hele blok opkopen.Some kind of corporate interest's coming to buy up the block.
Al het land is opgekocht door projectontwikkelaars.All the land's been bought up by development.
Alle winkels in de buurt zijn opgekocht. Alleen mijn baas weigert om de zaak te verkopen.All the stores nearby have been bought up, only my boss refuses to sell.
Alles wat blauw is, is opgekocht, verbouwd afgebroken of herbouwd.Anything that turns blue has been bought up, remodeled, torn down or rebuilt.
Cybus Industries heeft m'n bedrijf opgekocht, dus ik maak deel uit van de firma.Cybus Industries have bought up my company, so I'm part of the firm now.
De kleinere restaurantjes worden opgekocht door een grote firma, dat zich met ander eten bezighield.It looks like all the big restaurants are being bought up by a large company. And one which is not interested in good food.
De projectontwikkelaar ging failliet, waarna Reinhardt een deel opkocht.The developer went bankrupt, Reinhardt then bought up part.
Dus als iemand voldoende energie opkocht, kunnen ze tijdelijk een artificieel tekort veroorzaken.So if someone bought up enough energy, they could temporarily artificially create a shortage.
Er was er één bij het Museum, maar dat ging dicht... toen London Transport alles opkocht.There used to be one at British Museum, but that closed down... when London Transport bought up the small companies.
Heb je gehoord dat Standard opkocht?Did you hear Standard bought up?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afkopen
commute
bekopen
intrigue
inkopen
purchase
omdopen
rename
omkopen
bribe
omlopen
bypass
ophopen
pile up
opkoken
boil
opkomen
stand up
oplopen
walk up
oprapen
pick up

Similar but longer

opknopen
hang

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'buy up':

None found.
Learning languages?