Openliggen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of openliggen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lig open
I do
ligt open
you do
ligt open
he/she/it does
liggen open
we do
liggen open
you all do
liggen open
they do
Present perfect tense
heb opengelegen
I have done
hebt opengelegen
you have done
heeft opengelegen
he/she/it has done
hebben opengelegen
we have done
hebben opengelegen
you all have done
hebben opengelegen
they have done
Past tense
lag open
I did
lag open
you did
lag open
he/she/it did
lagen open
we did
lagen open
you all did
lagen open
they did
Future tense
zal openliggen
I will do
zult openliggen
you will do
zal openliggen
he/she/it will do
zullen openliggen
we will do
zullen openliggen
you all will do
zullen openliggen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou openliggen
I would do
zou openliggen
you would do
zou openliggen
he/she/it would do
zouden openliggen
we would do
zouden openliggen
you all would do
zouden openliggen
they would do
Subjunctive mood
ligge open
I do
ligge open
you do
ligge open
he/she/it do
ligge open
we do
ligge open
you all do
ligge open
they do
Past perfect tense
had opengelegen
I had done
had opengelegen
you had done
had opengelegen
he/she/it had done
hadden opengelegen
we had done
hadden opengelegen
you all had done
hadden opengelegen
they had done
Future perf.
zal opengelegen hebben
I will have done
zal opengelegen hebben
you will have done
zal opengelegen hebben
he/she/it will have done
zullen opengelegen hebben
we will have done
zullen opengelegen hebben
you all will have done
zullen opengelegen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opengelegen hebben
I would have done
zou opengelegen hebben
you would have done
zou opengelegen hebben
he/she/it would have done
zouden opengelegen hebben
we would have done
zouden opengelegen hebben
you all would have done
zouden opengelegen hebben
they would have done
Present bijzin tense
openlig
I do
openligt
you do
openligt
he/she/it does
openliggen
we do
openliggen
you all do
openliggen
they do
Past bijzin tense
openlag
I did
openlag
you did
openlag
he/she/it did
openlagen
we did
openlagen
you all did
openlagen
they did
Future bijzin tense
zal openliggen
I will do
zult openliggen
you will do
zal openliggen
he/she/it will do
zullen openliggen
we will do
zullen openliggen
you all will do
zullen openliggen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou openliggen
I would do
zou openliggen
you would do
zou openliggen
he/she/it would do
zouden openliggen
we would do
zouden openliggen
you all would do
zouden openliggen
they would do
Subjunctive bijzin mood
openligge
I do
openligge
you do
openligge
he/she/it do
openligge
we do
openligge
you all do
openligge
they do
Du
Ihr
Imperative mood
lig open
do
ligt open
do

Examples of openliggen

Example in DutchTranslation in English
Ross, nu ik de dura heb openliggen waarom kom je niet dichterbij om mee te kijken.Okay, Ross, now I have exposed the dura, so why don't you come closer and get a better look?
- Hij ligt open en bloot.It's hiding in plain sight, dora.
- Mijn hand ligt open, ik weet niet hoe... - Ik beet erin.- I cut my hand, I don't know how.
Hou je nagels deze keer thuis, m'n hele rug ligt open.Here, don't you dig your nails in like you did Last Thursday. - I've got scratches down my back.
Grace Finn past in zijn profiel... maar de taxi kan toeval zijn, dus alle opties liggen open.We don't know that.
Libet bestudeerde patiƫnten die neuro-hersenchirurgie ondergingen... waarbij hun hersenen openlagen terwijl zij bij vol bewustzijn waren.What Libet did was to study patients who were having neurosurgery on their brains... with their brains exposed while they were awake.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

openleggen
open up

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?