Neerlaten (to lower) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of neerlaten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laat neer
I lower
laat neer
you lower
laat neer
he/she/it lowers
laten neer
we lower
laten neer
you all lower
laten neer
they lower
Present perfect tense
heb neergelaten
I have lowered
hebt neergelaten
you have lowered
heeft neergelaten
he/she/it has lowered
hebben neergelaten
we have lowered
hebben neergelaten
you all have lowered
hebben neergelaten
they have lowered
Past tense
liet neer
I lowered
liet neer
you lowered
liet neer
he/she/it lowered
lieten neer
we lowered
lieten neer
you all lowered
lieten neer
they lowered
Future tense
zal neerlaten
I will lower
zult neerlaten
you will lower
zal neerlaten
he/she/it will lower
zullen neerlaten
we will lower
zullen neerlaten
you all will lower
zullen neerlaten
they will lower
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou neerlaten
I would lower
zou neerlaten
you would lower
zou neerlaten
he/she/it would lower
zouden neerlaten
we would lower
zouden neerlaten
you all would lower
zouden neerlaten
they would lower
Subjunctive mood
late neer
I lower
late neer
you lower
late neer
he/she/it lower
late neer
we lower
late neer
you all lower
late neer
they lower
Past perfect tense
had neergelaten
I had lowered
had neergelaten
you had lowered
had neergelaten
he/she/it had lowered
hadden neergelaten
we had lowered
hadden neergelaten
you all had lowered
hadden neergelaten
they had lowered
Future perf.
zal neergelaten hebben
I will have lowered
zal neergelaten hebben
you will have lowered
zal neergelaten hebben
he/she/it will have lowered
zullen neergelaten hebben
we will have lowered
zullen neergelaten hebben
you all will have lowered
zullen neergelaten hebben
they will have lowered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou neergelaten hebben
I would have lowered
zou neergelaten hebben
you would have lowered
zou neergelaten hebben
he/she/it would have lowered
zouden neergelaten hebben
we would have lowered
zouden neergelaten hebben
you all would have lowered
zouden neergelaten hebben
they would have lowered
Present bijzin tense
neerlaat
I lower
neerlaat
you lower
neerlaat
he/she/it lowers
neerlaten
we lower
neerlaten
you all lower
neerlaten
they lower
Past bijzin tense
neerliet
I lowered
neerliet
you lowered
neerliet
he/she/it lowered
neerlieten
we lowered
neerlieten
you all lowered
neerlieten
they lowered
Future bijzin tense
zal neerlaten
I will lower
zult neerlaten
you will lower
zal neerlaten
he/she/it will lower
zullen neerlaten
we will lower
zullen neerlaten
you all will lower
zullen neerlaten
they will lower
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou neerlaten
I would lower
zou neerlaten
you would lower
zou neerlaten
he/she/it would lower
zouden neerlaten
we would lower
zouden neerlaten
you all would lower
zouden neerlaten
they would lower
Subjunctive bijzin mood
neerlate
I lower
neerlate
you lower
neerlate
he/she/it lower
neerlate
we lower
neerlate
you all lower
neerlate
they lower
Du
Ihr
Imperative mood
laat neer
lower
laat n
lower

Examples of neerlaten

Example in DutchTranslation in English
- Ze gaat een sloep neerlaten.She's hove to and preparing to lower her boat.
Alles wat we moeten doen is onze hoofden neerlaten en we zijn compleet verborgen van bespiedende ogen.All we have to do is lower our heads and we`re completely hidden from prying eyes.
Jullie moeten de ankers neerlaten van het voertuig...ze zijn bevroren.You must lower the anchors of the vehicle ... they are frozen.
Alhoewel de raket al in zijn ondergrondse omhulsel is neergelaten... waren we in staat om met thermische beelden deze nieuwe doelkaarten te krijgen.Although the missile has already been lowered into its underground casing... we were able to use thermal imaging to acquire these new target folders.
Alhoewel de raket al in zijn ondergrondse omhulsel is neergelaten...Although the missile has already been lowered into its underground casing...
Als ze bijkwamen, werden ze weer langzaam neergelaten.If they bijkwamen, they were again lowered slowly.
De neergelaten gordijnen verkondigen reeds op honderd pas:The lowered shutters... tell you everything.
Deze journalist wordt nu in een tuigje neergelaten... voor een exclusief interview.This reporter will be lowered in the sky harness... for an exclusive interview.
Geen tovenarij zal toestaan dat een man binnendringt, vooraleer zij de ophaalbrug neerlaat.No sorcery known will allow a man ingress until she first lowers that drawbridge down.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aderlaten
bleed
neerladen
down load
neerlopen
walk down
neerpoten
down legs
overlaten
leave

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'lower':

None found.
Learning languages?