Menen (to mean) conjugation

Dutch
29 examples

Conjugation of menen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
meen
I mean
meent
you mean
meent
he/she/it means
menen
we mean
menen
you all mean
menen
they mean
Present perfect tense
heb gemeend
I have meant
hebt gemeend
you have meant
heeft gemeend
he/she/it has meant
hebben gemeend
we have meant
hebben gemeend
you all have meant
hebben gemeend
they have meant
Past tense
meende
I meant
meende
you meant
meende
he/she/it meant
meenden
we meant
meenden
you all meant
meenden
they meant
Future tense
zal menen
I will mean
zult menen
you will mean
zal menen
he/she/it will mean
zullen menen
we will mean
zullen menen
you all will mean
zullen menen
they will mean
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou menen
I would mean
zou menen
you would mean
zou menen
he/she/it would mean
zouden menen
we would mean
zouden menen
you all would mean
zouden menen
they would mean
Subjunctive mood
mene
I mean
mene
you mean
mene
he/she/it mean
mene
we mean
mene
you all mean
mene
they mean
Past perfect tense
had gemeend
I had meant
had gemeend
you had meant
had gemeend
he/she/it had meant
hadden gemeend
we had meant
hadden gemeend
you all had meant
hadden gemeend
they had meant
Future perf.
zal gemeend hebben
I will have meant
zal gemeend hebben
you will have meant
zal gemeend hebben
he/she/it will have meant
zullen gemeend hebben
we will have meant
zullen gemeend hebben
you all will have meant
zullen gemeend hebben
they will have meant
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gemeend hebben
I would have meant
zou gemeend hebben
you would have meant
zou gemeend hebben
he/she/it would have meant
zouden gemeend hebben
we would have meant
zouden gemeend hebben
you all would have meant
zouden gemeend hebben
they would have meant
Du
Ihr
Imperative mood
meen
mean
meent
mean

Examples of menen

Example in DutchTranslation in English
' 'Die idioten menen 't serieus, Tony'These lunatics mean business, Tony.
'Jouw Bobby is de volgende', zeggen ze. Maar ze menen het niet."Your Bobby will be next," they say, but they don't mean it.
- Dan zeiden we dat, zonder 't te menen.Fine, I'll taste the chicken. We would say it, but we wouldn't mean it.
- Dat kan je niet menen.-You cannot mean that.
"Ik meen het."l mean it.
"Wees eerlijk, ook al meen je het niet"."be sincere, whether you mean it or not""
'"Om te laten zien dat ik het meen, heb ik een verrassing voor Karen en jou boven.'"To show I mean it, I put together a little surprise "for you and Karen upstairs.
'Tuurlijk meen ik dat."Sure I mean it.
- Alles, ik meen het.- Anything, I mean it.
"als je het meent.""...if you mean it."
'Gun', daarmee geef je aan dat je het meent.It really lets them know you mean business.
- Ach, hij meent het niet zo, mevrouw.Well, he don't mean nothing, ma'am.
- Alleen als je het meent.- Don't say it if you don't mean it.
- Als je dat echt meent...Well, if you really mean that...
- Alles wat ik gezegd heb, was gemeend.Everything that I said, Hugo... I meant it.
- Dat heb ik allemaal gemeend.I meant every word.
-En echt gemeend, Fred.- I meant every word of it, Fred.
Alles wat ik tegen je zei, was gemeend.Everything I said to you, I meant it.
Als ik die briefjes had geschreven, had ik elk woord gemeend.If I had written the notes I would have meant every word your father said.
"Ik meende elke woord dat ik zei, maar ik bedacht me dat het heel onprofessioneel was.""While I meant every word I said, "I realize how unprofessional I was.
"In goede en slechte tijden." Ik meende het."For better or for worse." I meant what I said.
"blij dat ie weg is", zei ik, en meende 't.Went his merry way. "Good riddance," said I, and meant it.
- Dacht je dat ik dat meende?What, do you think I meant that?
- Dat contactverbod meende ik.I meant what I said about a restraining order.
Als iedereen zo een pet draagt... zouden ze weten dat we het meenden.If everybody wore one of these caps... they'd know that we meant business.
Alsof ze het meenden.More like they meant it.
Dat mensen hallo zeiden en het ook echt meenden.People said hello and they meant it.
En op dat moment meenden we het.And at the time, we meant it.
Ik dacht dat ik het goed maakte, we meenden het niet.I thought I made it clear, we're not meant to be.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

banen
work way through
benen
bone
honen
jeer at
innen
collect
kanen
do
kenen
do
lenen
borrow
lonen
pay
maken
do
malen
mill
manen
do
mazen
do
melen
do
meren
fasten
meten
measure

Similar but longer

meneren
do
mengen
mix
mennen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'mean':

None found.
Learning languages?