Meetellen (to count) conjugation

Dutch
43 examples

Conjugation of meetellen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tel mee
I count
telt mee
you count
telt mee
he/she/it counts
tellen mee
we count
tellen mee
you all count
tellen mee
they count
Present perfect tense
heb meegeteld
I have counted
hebt meegeteld
you have counted
heeft meegeteld
he/she/it has counted
hebben meegeteld
we have counted
hebben meegeteld
you all have counted
hebben meegeteld
they have counted
Past tense
telde mee
I counted
telde mee
you counted
telde mee
he/she/it counted
telden mee
we counted
telden mee
you all counted
telden mee
they counted
Future tense
zal meetellen
I will count
zult meetellen
you will count
zal meetellen
he/she/it will count
zullen meetellen
we will count
zullen meetellen
you all will count
zullen meetellen
they will count
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meetellen
I would count
zou meetellen
you would count
zou meetellen
he/she/it would count
zouden meetellen
we would count
zouden meetellen
you all would count
zouden meetellen
they would count
Subjunctive mood
telle mee
I count
telle mee
you count
telle mee
he/she/it count
telle mee
we count
telle mee
you all count
telle mee
they count
Past perfect tense
had meegeteld
I had counted
had meegeteld
you had counted
had meegeteld
he/she/it had counted
hadden meegeteld
we had counted
hadden meegeteld
you all had counted
hadden meegeteld
they had counted
Future perf.
zal meegeteld hebben
I will have counted
zal meegeteld hebben
you will have counted
zal meegeteld hebben
he/she/it will have counted
zullen meegeteld hebben
we will have counted
zullen meegeteld hebben
you all will have counted
zullen meegeteld hebben
they will have counted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou meegeteld hebben
I would have counted
zou meegeteld hebben
you would have counted
zou meegeteld hebben
he/she/it would have counted
zouden meegeteld hebben
we would have counted
zouden meegeteld hebben
you all would have counted
zouden meegeteld hebben
they would have counted
Present bijzin tense
meetel
I count
meetelt
you count
meetelt
he/she/it counts
meetellen
we count
meetellen
you all count
meetellen
they count
Past bijzin tense
meetelde
I counted
meetelde
you counted
meetelde
he/she/it counted
meetelden
we counted
meetelden
you all counted
meetelden
they counted
Future bijzin tense
zal meetellen
I will count
zult meetellen
you will count
zal meetellen
he/she/it will count
zullen meetellen
we will count
zullen meetellen
you all will count
zullen meetellen
they will count
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou meetellen
I would count
zou meetellen
you would count
zou meetellen
he/she/it would count
zouden meetellen
we would count
zouden meetellen
you all would count
zouden meetellen
they would count
Subjunctive bijzin mood
meetelle
I count
meetelle
you count
meetelle
he/she/it count
meetelle
we count
meetelle
you all count
meetelle
they count
Du
Ihr
Imperative mood
tel m
count
telt
count

Examples of meetellen

Example in DutchTranslation in English
- Je mag de eerste niet meetellen. - Ja, hoor.But, Abby, dear, I really don't think you should count the first one.
- Nee, hem kan je niet meetellen.You cannot count him.
-Vandaag niet meetellen.- Not counting today.
Abby vindt dat we de eerste wél moeten meetellen.Yes, dear. Abby thinks we should count the first one.
Alleen iemand die wist dat Dulac dood was, zou hem niet meetellen.Only someone who knew Dulac was dead wouldn't include him in the count.
- Nee, dat was vier, ik tel mee.No, that's four. I'm counting.
Vanavond zijn we hier om te vieren dat ik een gezagstrouwe burger ben al vijf... kom op, tel mee... al vijf jaar lang!Tonight we're here to celebrate me being a law-abiding citizen for five... come on, now, count 'em... five straight years!
- Het telt mee.Still counts.
- Ze telt mee.She counts.
Alles telt mee.It all counts.
Bovendien hadden we eerder een relatie en die tijd telt mee.Besides, we dated before, and that time counts.
De manier waarop telt mee.Style points count.
Al deze stapjes tellen mee, Ana, Je bent van ver gekomen sinds onze ontmoeting 4 maanden geleden.All these steps count, Ana. You've come a long way since we met four months ago.
Je essay, je portfolio, al die zaken tellen mee.Your essay, your portfolio, all that stuff counts.
Pitstops tellen mee tegenover de totale rondetijden en kunnen de kansen van een coureur maken of breken.Pit stops count toward the overall lap time and can make or break a rider's chances.
Spelling en punctuatie tellen mee.What "line"? Spelling, punctuation, they count.
Vleugels tellen mee.... 4 poten goed, 2 poten slecht!Wings count as legs. Four legs good, two legs bad.
Er heeft geen enkele meegeteld.None of them counted.
Hij, die de hoogste rangorde verdient... door kwalificaties en rechtschapenheid... wordt nochtans niet meer meegeteld onder de leden van ons Centraal Comité.He who merits through qualification and virtue, the highest ranks is, however, not counted among the members of our Central Committee.
Ik hoop dat u die in uw mond niet hebt meegeteld.I hope that humbug in your mouth is not one you've counted already.
Je hebt altijd meegeteld en ik heb je altijd vertrouwd.You've always counted and I've always trusted you.
Mijn vader Joseph, had zijn leven weer opgenomen als vroeger, alsof het geluk van de grote vakantie niet had meegeteld.My father, Joseph, had returned to his daily life as if the happy holidays counted for nothing.
Als ik de stille etentjes meetel, zouden we niet eens tot één komen.After all, if I only count the quiet dinners, we wouldn't even get one.
Als ik mijn vijf scheidingen niet meetel, ben ik 17 keer aangeklaagd.Not counting my five divorces, I've been sued 17 times.
Alsof ik niet eens meer meetel.Like I don't even count anymore.
Bedoel je als ik dit verraad niet meetel?You mean not counting the knife sticking in my back?
Goed, als ik gisteren meetel, dan is dit dag twee van de beste echtgenoot in de wereld zijn.# You come and go # Okay, if I count yesterday, then this is day two of me being the best husband in the world.
- Geen strafblad. Tenzij je ordeverstoring meetelt.No criminal record, unless you count a misdemeanor for disturbing the peace.
- Goed. Niet gevaarlijk, als haar grote mond niet meetelt.Not dangerous, if you don't count her mouth.
- Niet, tenzij je vissen meetelt.Not unless you count fishing.
- Oke, nou, ja, Als je die rampzalige bruch meetelt, dan- Okay, well, yes, if you count that one disastrous brunch, then --
- Tenzij u teamgeest meetelt.Not unless you count team spirit.
Wanneer een vrouw zich aan haar aanstaande geeft, al is hij dan niet de eerste, zolang de anderen maar niet meetelden.If a woman is going to give herself to her future husband, it doesn't matter how many times she's given herself to someone in the past. It only matters whether they counted for her.
Dat weet ik, maar ik tel m'n zegeningen niet.I know, but I'm not counting my chickens.
Ik laat m'n chequeboek lekker in de la liggen, tel m'n geld... en schater van plezier.- Oh, it's easy. Instead of giving $4,000 to a college... I leave my checkbook in the drawer, count my money... and laugh like a little girl.
Ik open geen bierflesjes met m'n tenen en tel m'n tanden niet.I don't open beer bottles with my toes. I don't sit around and count what's left of my teeth.
Jongen, ik tel m'n dagen.My son, I'm counting my days
"Elk detail telt.""Every detail counts."
"Het enige wat telt is de miljoenste kijker, dus waarom niet kijken wat er zo trending is? " Avery, ik begrijp de psychologie, dat doe ik, maar we kunnen niet gewoon blijven toekijken terwijl de teller door draait.Avery, I get the psychology, I do, but we cannot just sit by and watch that counter keep ticking up.
"Het is de gedachte die telt."It's the thought that counts.
"Pruples" telt niet.- "Pruples" doesn't count.
"Sorry" telt als praten."Sorry" counts as speaking.
Het horloge meetellend en ongeveer 4.000 dollar voor 't weekend, die jullie 'n leuke tijd hebben moeten bezorgen.So, counting the watch, let's say another 4,000... for expenses over the weekend... of which you must have had a good time. I know he did.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meevallen
exceed expectation
toetellen
join up

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

lunzen
do
marchanderen
haggle
marcheren
march
meekomen
come
meelopen
shadow
meesturen
send along
meetrainen
do
meevoeren
carry
meezingen
sing along
meten
measure

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'count':

None found.
Learning languages?