Meerijden (to ride) conjugation

Dutch
36 examples

Conjugation of meerijden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rij mee rijd mee
I ride
rijdt mee
you ride
rijdt mee
he/she/it rides
rijden mee
we ride
rijden mee
you all ride
rijden mee
they ride
Present perfect tense
ben meegereden
I have ridden
bent meegereden
you have ridden
is meegereden
he/she/it has ridden
zijn meegereden
we have ridden
zijn meegereden
you all have ridden
zijn meegereden
they have ridden
Past tense
reed mee
I rode
reed mee
you rode
reed mee
he/she/it rode
reden mee
we rode
reden mee
you all rode
reden mee
they rode
Future tense
zal meerijden
I will ride
zult meerijden
you will ride
zal meerijden
he/she/it will ride
zullen meerijden
we will ride
zullen meerijden
you all will ride
zullen meerijden
they will ride
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meerijden
I would ride
zou meerijden
you would ride
zou meerijden
he/she/it would ride
zouden meerijden
we would ride
zouden meerijden
you all would ride
zouden meerijden
they would ride
Subjunctive mood
rijde mee
I ride
rijde mee
you ride
rijde mee
he/she/it ride
rijde mee
we ride
rijde mee
you all ride
rijde mee
they ride
Past perfect tense
was meegereden
I had ridden
was meegereden
you had ridden
was meegereden
he/she/it had ridden
waren meegereden
we had ridden
waren meegereden
you all had ridden
waren meegereden
they had ridden
Future perf.
zal meegereden zijn
I will have ridden
zal meegereden zijn
you will have ridden
zal meegereden zijn
he/she/it will have ridden
zullen meegereden zijn
we will have ridden
zullen meegereden zijn
you all will have ridden
zullen meegereden zijn
they will have ridden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou meegereden zijn
I would have ridden
zou meegereden zijn
you would have ridden
zou meegereden zijn
he/she/it would have ridden
zouden meegereden zijn
we would have ridden
zouden meegereden zijn
you all would have ridden
zouden meegereden zijn
they would have ridden
Present bijzin tense
meerij meerijd
I ride
meerijdt
you ride
meerijdt
he/she/it rides
meerijden
we ride
meerijden
you all ride
meerijden
they ride
Past bijzin tense
meereed
I rode
meereed
you rode
meereed
he/she/it rode
meereden
we rode
meereden
you all rode
meereden
they rode
Future bijzin tense
zal meerijden
I will ride
zult meerijden
you will ride
zal meerijden
he/she/it will ride
zullen meerijden
we will ride
zullen meerijden
you all will ride
zullen meerijden
they will ride
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou meerijden
I would ride
zou meerijden
you would ride
zou meerijden
he/she/it would ride
zouden meerijden
we would ride
zouden meerijden
you all would ride
zouden meerijden
they would ride
Subjunctive bijzin mood
meerijde
I ride
meerijde
you ride
meerijde
he/she/it ride
meerijde
we ride
meerijde
you all ride
meerijde
they ride
Du
Ihr
Imperative mood
rij mee rijd m
ride
rijdt
ride

Examples of meerijden

Example in DutchTranslation in English
"Ik zou niet met hem meerijden."l wouldn't ride with him.
'Onze auto heeft het begeven. Dus we dachten dat we met jullie konden meerijden'Cause our car broke down, so we thought maybe we catch a ride with you all.
'n Deel van jullie opleiding bestaat uit het af en toe... meerijden in 'n echte patrouillewagen met echte agenten... in echte situaties.From now on, part of your training will be to ride from time to time... in actual squad cars with actual police officers... in actual situations.
- Dan zal Debbie meerijden.Then Debbie shall ride with me.
- Dus ik kan net zo goed met hem meerijden.- So I might as well hop a ride with him. - Yeah, it's cool.
-Zo'n beetje. Hij rijdt mee.Came along for the ride.
Hey dokter, niemand rijdt mee achterin behalve jij en het meisje.Hey, Doc, nobody rides in the back but you and the girl.
Hij rijdt mee in jouw auto.He can ride in the truck with you.
Hij rijdt mee in zijn buidel, en vecht tegen de misdaad.He rides around in his pouch and, you know, fights crime.
Jij rijdt mee met mij.You'll ride with me. Come on.
- Zij rijden mee met dokter Wade.They're hitching a ride with Doc Wade.
Bobby en ik rijden mee.Bobby and me, we're going to ride with you.
We rijden mee terug.We'll ride back with you.
Wij rijden mee met Carl.We'll ride with Carl.
Ben je al 's met die man meegereden?Have you ridden with this guy before? No. Why?
Heb je ooit voorop op iemands fiets meegereden ?Have you ever ridden on the handlebars on one of your friends' bikes?
- Ik reed mee, ik zat niet achter het stuur.I rode in them. I didn't drive them.
En Jimmy reed mee op de bus vanaf het tweede jaar.And then Jimmy, he rode the bus since second grade.
En ze reed mee naar de stelplaats en we deden het.And she rode with me back to the bus yard, and we did it.
Hij reed mee met de cateraar en zijn auto ging over de kop.He rode with the caterer who flipped his truck.
Hij reed mee op je rug.It rode in on your back.
Ze reden mee in de bus.They rode the bus.
Aangezien je toch wilt vertrekken... moet ik erop staan dat je met mij meerijdt.Right. Well, since you're checking out anyway, I'm afraid I'm gonna have to insist on giving you a ride.
Als iedereen gratis meerijdt dan ga ik falliet.If everyone wanted a free ride, I'd be broke.
Als je echt niveau zes gehaald hebt... willen ze vast dat jij meerijdt in de Top Hand competitie.Well, if you really did a six they're gonna want you to ride in that Top Hand competition.
Als je met mij meerijdt, wandelen we niet.If you ride with me, there'll be no foot-walkin'.
Die achterin m'n pick-up meerijdt en frisbee speelt en altijd meegaat.The one who rides in the back of my truck, plays Frisbee, goes everywhere I go. - Chester!
Als het de moordenaar was die met haar meereed, dan heeft hij hopelijk sporen achter gelaten.Okay. Now, if it was the killer that rode with her, then hopefully he left us some kind of trace.
Ik dacht dat de hele gemeenteraad op de praalwagen meereed.I thought the whole town council always rode that stupid float together.
Toen ik in de rode Camaro meereed, pronkten ze met geweren.- The red Camaro, when I rode in it, they were showing off guns.
Tuurlijk, ik heb geen truckparade meer gezien, sinds mijn neef erin meereed, voor de storm.Sure. I haven't seen a truck parade since my nephew rode before the storm.
"Baby rijd op pinguïn die op een kat rijdt. ""baby rides kitten rides penguin."
"Een vader rijdt met zijn zoon door nacht en wind."a father rides with his son through night and wind.
"Het is een man die op een paard rijdt... "[Deep voice]: "It's a man rides a horse... "
"Hij rijdt Jacques voor zijn plezier.""He rides Jacques for pleasure."
"Hij rijdt Paris France op de stenen straten door Londen,"He rides Paris France on the brick roads in London,

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meelijden
pity

Similar but longer

meestrijden
do

Random

marineren
marinate
medestrijden
do
meedrinken
do
meelopen
shadow
meepraten
join in the conversation
meeregeren
do
meerekenen
do
meeroken
do
meezeulen
lug around
mengen
mix

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'ride':

None found.
Learning languages?