Harpen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of harpen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
harp
I do
harpt
you do
harpt
he/she/it does
harpen
we do
harpen
you all do
harpen
they do
Present perfect tense
heb geharpt
I have done
hebt geharpt
you have done
heeft geharpt
he/she/it has done
hebben geharpt
we have done
hebben geharpt
you all have done
hebben geharpt
they have done
Past tense
harpte
I did
harpte
you did
harpte
he/she/it did
harpten
we did
harpten
you all did
harpten
they did
Future tense
zal harpen
I will do
zult harpen
you will do
zal harpen
he/she/it will do
zullen harpen
we will do
zullen harpen
you all will do
zullen harpen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou harpen
I would do
zou harpen
you would do
zou harpen
he/she/it would do
zouden harpen
we would do
zouden harpen
you all would do
zouden harpen
they would do
Subjunctive mood
harpe
I do
harpe
you do
harpe
he/she/it do
harpe
we do
harpe
you all do
harpe
they do
Past perfect tense
had geharpt
I had done
had geharpt
you had done
had geharpt
he/she/it had done
hadden geharpt
we had done
hadden geharpt
you all had done
hadden geharpt
they had done
Future perf.
zal geharpt hebben
I will have done
zal geharpt hebben
you will have done
zal geharpt hebben
he/she/it will have done
zullen geharpt hebben
we will have done
zullen geharpt hebben
you all will have done
zullen geharpt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geharpt hebben
I would have done
zou geharpt hebben
you would have done
zou geharpt hebben
he/she/it would have done
zouden geharpt hebben
we would have done
zouden geharpt hebben
you all would have done
zouden geharpt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
harp
do
harpt
do

Examples of harpen

Example in DutchTranslation in English
Neutraal palet, harpen spelen als je langs het gangpad bezaaid met rozenblaadjes loopt.Neutral palette, harps play as you walk down the aisle strewn with rose petals.
- De schaduw verdween... en de gouden harp was weg.[ Bergen ] When the shadow lifted, the golden harp was gone.
- Ik mag vast wel aan je harp plukken.Stop that. You don'tmind if I... pluck your harp,
- Zal ik iets op de harp spelen?Why don't I play a little something for all of us on the harp?
Als je parachute niet opengaat, ruil hem dan om voor een harp.If your chute doesn't open. Change it for a harp.
Dit harteloze monster was aan komen sluipen... en had de gouden harp gestolen.[ Hiccups ] It was this heartless monster that swooped down under cover of darkness, - carried off the golden harp and brought ruin to Happy Valley.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

haaien
do
hacken
do
hakken
cut
halzen
do
handen
do
hangen
droop
happen
go on the blink
harden
do
harken
rake
helpen
help
hippen
do
hoppen
do
huppen
do
werpen
throw

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

geilen
do
gladschaven
planish
groeten
do
grondverven
do
happen
go on the blink
harmoniseren
harmonize
harnassen
armor
harpoeneren
harpoon
heien
lift
herbebossen
reforest

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?