Handwerken (to do) conjugation

Dutch
7 examples

Conjugation of handwerken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
handwerk
I do
handwerkt
you do
handwerkt
he/she/it does
handwerken
we do
handwerken
you all do
handwerken
they do
Present perfect tense
heb gehandwerkt
I have done
hebt gehandwerkt
you have done
heeft gehandwerkt
he/she/it has done
hebben gehandwerkt
we have done
hebben gehandwerkt
you all have done
hebben gehandwerkt
they have done
Past tense
handwerkte
I did
handwerkte
you did
handwerkte
he/she/it did
handwerkten
we did
handwerkten
you all did
handwerkten
they did
Future tense
zal handwerken
I will do
zult handwerken
you will do
zal handwerken
he/she/it will do
zullen handwerken
we will do
zullen handwerken
you all will do
zullen handwerken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou handwerken
I would do
zou handwerken
you would do
zou handwerken
he/she/it would do
zouden handwerken
we would do
zouden handwerken
you all would do
zouden handwerken
they would do
Subjunctive mood
handwerke
I do
handwerke
you do
handwerke
he/she/it do
handwerke
we do
handwerke
you all do
handwerke
they do
Past perfect tense
had gehandwerkt
I had done
had gehandwerkt
you had done
had gehandwerkt
he/she/it had done
hadden gehandwerkt
we had done
hadden gehandwerkt
you all had done
hadden gehandwerkt
they had done
Future perf.
zal gehandwerkt hebben
I will have done
zal gehandwerkt hebben
you will have done
zal gehandwerkt hebben
he/she/it will have done
zullen gehandwerkt hebben
we will have done
zullen gehandwerkt hebben
you all will have done
zullen gehandwerkt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gehandwerkt hebben
I would have done
zou gehandwerkt hebben
you would have done
zou gehandwerkt hebben
he/she/it would have done
zouden gehandwerkt hebben
we would have done
zouden gehandwerkt hebben
you all would have done
zouden gehandwerkt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
handwerk
do
handwerkt
do

Examples of handwerken

Example in DutchTranslation in English
Als ik leer handwerken... kan ik later kimono's gaan maken.If I learn to do needlework someday I can make kimonos
Kun je een beetje handwerken en de zaak afmaken met een paar knopen?You can do a running cross-stitch, finish it with an embroidery knot?
't Geeft ook 'n indruk van handwerk.They do taste home-made!
- Ik was altijd dol op kunst en handwerk. Nu moeten we alleen nog een oor toevoegen.Now, all we need to do is add the ear.
- Nee, ik handwerk alleen maar.No. I only do needlepoint.
. Wat handwerk ? .A little doily making, some poems?
Al die mensen. Toch vond hij het prima om tuintjes aan te vegen of op te ruimen... en handwerk te verrichten.But he had all these giant crowds and he was quite content to just go and sweep up people's lawns or clean up and do manual labor.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

grondverven
do
gruwen
shudder
gymmen
do gym
hallucineren
hallucinate
hamsteren
hoard
handicappen
penalize
hangen
droop
haspelen
reel
heenvoeren
carry over
heenzenden
send people

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?