Gekscheren (to jest) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of gekscheren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
gekscheer
I jest
gekscheert
you jest
gekscheert
he/she/it jests
gekscheren
we jest
gekscheren
you all jest
gekscheren
they jest
Present perfect tense
heb gegekscheerd
I have jested
hebt gegekscheerd
you have jested
heeft gegekscheerd
he/she/it has jested
hebben gegekscheerd
we have jested
hebben gegekscheerd
you all have jested
hebben gegekscheerd
they have jested
Past tense
gekscheerde
I jested
gekscheerde
you jested
gekscheerde
he/she/it jested
gekscheerden
we jested
gekscheerden
you all jested
gekscheerden
they jested
Future tense
zal gekscheren
I will jest
zult gekscheren
you will jest
zal gekscheren
he/she/it will jest
zullen gekscheren
we will jest
zullen gekscheren
you all will jest
zullen gekscheren
they will jest
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou gekscheren
I would jest
zou gekscheren
you would jest
zou gekscheren
he/she/it would jest
zouden gekscheren
we would jest
zouden gekscheren
you all would jest
zouden gekscheren
they would jest
Subjunctive mood
gekschere
I jest
gekschere
you jest
gekschere
he/she/it jest
gekschere
we jest
gekschere
you all jest
gekschere
they jest
Past perfect tense
had gegekscheerd
I had jested
had gegekscheerd
you had jested
had gegekscheerd
he/she/it had jested
hadden gegekscheerd
we had jested
hadden gegekscheerd
you all had jested
hadden gegekscheerd
they had jested
Future perf.
zal gegekscheerd hebben
I will have jested
zal gegekscheerd hebben
you will have jested
zal gegekscheerd hebben
he/she/it will have jested
zullen gegekscheerd hebben
we will have jested
zullen gegekscheerd hebben
you all will have jested
zullen gegekscheerd hebben
they will have jested
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gegekscheerd hebben
I would have jested
zou gegekscheerd hebben
you would have jested
zou gegekscheerd hebben
he/she/it would have jested
zouden gegekscheerd hebben
we would have jested
zouden gegekscheerd hebben
you all would have jested
zouden gegekscheerd hebben
they would have jested
Du
Ihr
Imperative mood
gekscheer
jest
gekscheert
jest

Examples of gekscheren

Example in DutchTranslation in English
Jullie zullen gauw ontdekken dat ik niet gekscheer, dol of scherts... of grapjes maak.One thing you'll learn about me is I do not kid, or jest, or joke, or jape... or quip.
De kapitein gekscheert.The captain is jesting.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

foefelen
do
fourneren
furnish
fractioneren
do
gaffelen
do
geeuwen
yawn
gekken
do
gelasten
charge
gelijkstaan
tie
gelijktrekken
reconcile
geringschatten
disparage

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'jest':

None found.
Learning languages?