Checken (to check) conjugation

Dutch
33 examples

Conjugation of checken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
check
I check
checkt
you check
checkt
he/she/it checks
checken
we check
checken
you all check
checken
they check
Present perfect tense
heb gecheckt
I have checked
hebt gecheckt
you have checked
heeft gecheckt
he/she/it has checked
hebben gecheckt
we have checked
hebben gecheckt
you all have checked
hebben gecheckt
they have checked
Past tense
checkte
I checked
checkte
you checked
checkte
he/she/it checked
checkten
we checked
checkten
you all checked
checkten
they checked
Future tense
zal checken
I will check
zult checken
you will check
zal checken
he/she/it will check
zullen checken
we will check
zullen checken
you all will check
zullen checken
they will check
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou checken
I would check
zou checken
you would check
zou checken
he/she/it would check
zouden checken
we would check
zouden checken
you all would check
zouden checken
they would check
Subjunctive mood
checke
I check
checke
you check
checke
he/she/it check
checke
we check
checke
you all check
checke
they check
Past perfect tense
had gecheckt
I had checked
had gecheckt
you had checked
had gecheckt
he/she/it had checked
hadden gecheckt
we had checked
hadden gecheckt
you all had checked
hadden gecheckt
they had checked
Future perf.
zal gecheckt hebben
I will have checked
zal gecheckt hebben
you will have checked
zal gecheckt hebben
he/she/it will have checked
zullen gecheckt hebben
we will have checked
zullen gecheckt hebben
you all will have checked
zullen gecheckt hebben
they will have checked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecheckt hebben
I would have checked
zou gecheckt hebben
you would have checked
zou gecheckt hebben
he/she/it would have checked
zouden gecheckt hebben
we would have checked
zouden gecheckt hebben
you all would have checked
zouden gecheckt hebben
they would have checked
Du
Ihr
Imperative mood
check
check
checkt
check

Examples of checken

Example in DutchTranslation in English
"Kamer checken?""Room checking thing?"
"Of het landingsgestel ik wil de radio checken?""Or an undercarriage check or a radio?"
"flikken van plan om kastjes te checken.""Cops planning to check lockers."
'Ik wil m'n olie laten checken."I want my oil checked.
's Ochtends wilde ik hem checken, toen zag ik die vent. Sorry.And the next morning it was going around my head, so I thought I'd go and check on him and then I saw this guy.
"Check, check.""Check, check."
"Van check-in tot de check-out,"from check-in to check-out,
# Yo, check Yo, yo.# Yo, check Yo, yo.
# You better check yo self ## You better check yo self #
# You'll just give a check ## You'll just give a check #
"Wie is daar?", zeg je, terwijl je je rits checkt."Who's there?" you say, checking your zipper.
- Dat je volgende keer de kast checkt. Betalen voor de kookclub.Say you'll check the closet next time.
- De computer checkt de wapens.- I told the computer to check weapons.
- En jij checkt het ?- The message said you'd be home after 7:00, so-- - So you came by to check ?
- Je checkt het voor mij.- You're fact-checking for me.
'Ik heb het gecheckt.'I checked, it's mine?
- Alleen de bagage wordt gecheckt.- Only the baggage is checked.
- Dat heb ik een paar minuten geleden gecheckt.- I checked a few minutes ago.
- Dat is er niet, dat heb ik gecheckt.- There isn't. I checked the security.
- En daar heb je gecheckt op speakers?And you've checked that for speakers?
- Hij checkte alleen in, maar... toen hij vertrok, was hij met een vrouw.- He checked in alone, but... when he left, he was with a woman.
- Ik checkte de telefoongegevens van Gator.Did you track the call? I checked Gator's phone records.
- Ik checkte haar in bij een afkickkliniek.- I checked her into rehab.
- Ik checkte het voor we zijn ribben braken.Yeah, I double-checked before we cracked his ribs.
- Maar in plaats daarvan checkte ze vandaag uit.But instead, she checked out today.
- Alleen? Ze checkten alleen in.- They checked in alone.
- Jullie checkten het?Oh, you checked.
- We checkten 't servicepersoneel.I thought we checked all the service staff.
- Ze checkten een uur geleden uit.Gone gone. They checked out about an hour ago.
Dat telefoonnummer kwam niet voor op de nummertap in het pakhuis... maar toen we de mobiele telefoon van Sergei checkten... kwam het nummer 'n paar keer voor.When we ran that phone number from that address... through the DNR at our warehouse, we got nothing. But when we checked it against the cellphone of our friend, Sergei... - We got a couple of hits.
- Effe checke.- Just checking.
U kun t beveigingscamera checke, als u dat wilt, behalve als het uigewist is.You can check the security cam if you want, unless it's been erased.
Ik moet een heel moeilijk telefoontje plegen naar de moeder van Madeline Briggs. Die waarschijnlijk op is van de zenuwen, constant voice mail checkend, zich afvragend of ik al wat ontdekt heb over haar dochter.I have to make a very difficult phone call to Madeline Briggs' mother who's probably pacing up and down and checking voice messages, wondering what I've discovered, if I've found her daughter.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

afchecken
check off
inchecken
check in
nachecken
please check

Random

bodyboarden
bodyboard
bosseleren
emboss
boycotten
boycott
brutaliseren
brutalize
catechiseren
catalogue
cauteriseren
cauterize
centraliseren
centralize
chaufferen
drive
chemiseren
check
classificeren
classify

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'check':

None found.
Learning languages?