Blekken (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of blekken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
blek
I do
blekt
you do
blekt
he/she/it does
blekken
we do
blekken
you all do
blekken
they do
Present perfect tense
heb geblekt
I have done
hebt geblekt
you have done
heeft geblekt
he/she/it has done
hebben geblekt
we have done
hebben geblekt
you all have done
hebben geblekt
they have done
Past tense
blekte
I did
blekte
you did
blekte
he/she/it did
blekten
we did
blekten
you all did
blekten
they did
Future tense
zal blekken
I will do
zult blekken
you will do
zal blekken
he/she/it will do
zullen blekken
we will do
zullen blekken
you all will do
zullen blekken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou blekken
I would do
zou blekken
you would do
zou blekken
he/she/it would do
zouden blekken
we would do
zouden blekken
you all would do
zouden blekken
they would do
Subjunctive mood
blekke
I do
blekke
you do
blekke
he/she/it do
blekke
we do
blekke
you all do
blekke
they do
Past perfect tense
had geblekt
I had done
had geblekt
you had done
had geblekt
he/she/it had done
hadden geblekt
we had done
hadden geblekt
you all had done
hadden geblekt
they had done
Future perf.
zal geblekt hebben
I will have done
zal geblekt hebben
you will have done
zal geblekt hebben
he/she/it will have done
zullen geblekt hebben
we will have done
zullen geblekt hebben
you all will have done
zullen geblekt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geblekt hebben
I would have done
zou geblekt hebben
you would have done
zou geblekt hebben
he/she/it would have done
zouden geblekt hebben
we would have done
zouden geblekt hebben
you all would have done
zouden geblekt hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
blek
do
blekt
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

blijken
do
blikken
stay
blinken
shine
blokken
swot
brokken
do
kwekken
do
plekken
do
spekken
fill
stekken
do
trekken
pull
vlekken
soil

Similar but longer

bevlekken
stain

Random

billijken
justify
binnenlaten
admit
binnenrollen
roll
binnenvallen
invade
binnenwandelen
do
blazen
blow
bleken
bleach
blèren
hurt
blinden
blind
bloeden
bleed

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?