Bevragen (to question) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of bevragen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bevraag
I question
bevraagt
you question
bevraagt
he/she/it questions
bevragen
we question
bevragen
you all question
bevragen
they question
Present perfect tense
heb bevraagd
I have questioned
hebt bevraagd
you have questioned
heeft bevraagd
he/she/it has questioned
hebben bevraagd
we have questioned
hebben bevraagd
you all have questioned
hebben bevraagd
they have questioned
Past tense
bevroeg
I questioned
bevroeg
you questioned
bevroeg
he/she/it questioned
bevroegen
we questioned
bevroegen
you all questioned
bevroegen
they questioned
Future tense
zal bevragen
I will question
zult bevragen
you will question
zal bevragen
he/she/it will question
zullen bevragen
we will question
zullen bevragen
you all will question
zullen bevragen
they will question
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bevragen
I would question
zou bevragen
you would question
zou bevragen
he/she/it would question
zouden bevragen
we would question
zouden bevragen
you all would question
zouden bevragen
they would question
Subjunctive mood
bevrage
I question
bevrage
you question
bevrage
he/she/it question
bevrage
we question
bevrage
you all question
bevrage
they question
Past perfect tense
had bevraagd
I had questioned
had bevraagd
you had questioned
had bevraagd
he/she/it had questioned
hadden bevraagd
we had questioned
hadden bevraagd
you all had questioned
hadden bevraagd
they had questioned
Future perf.
zal bevraagd hebben
I will have questioned
zal bevraagd hebben
you will have questioned
zal bevraagd hebben
he/she/it will have questioned
zullen bevraagd hebben
we will have questioned
zullen bevraagd hebben
you all will have questioned
zullen bevraagd hebben
they will have questioned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bevraagd hebben
I would have questioned
zou bevraagd hebben
you would have questioned
zou bevraagd hebben
he/she/it would have questioned
zouden bevraagd hebben
we would have questioned
zouden bevraagd hebben
you all would have questioned
zouden bevraagd hebben
they would have questioned
Du
Ihr
Imperative mood
bevraag
question
bevraagt
question

Examples of bevragen

Example in DutchTranslation in English
- Bezwaar, Edelachtbare. Ik vind deze manier van bevragen offensief en irrelevant.I find this line of question offensive and irrelevant.
Als Mr. Schmidt een meteoroloog wil bevragen, moet hij met een meteoroloog komen.If Mr. Schmidt wants to question a meteorologist, then bring in a meteorologist.
Als u een meteoroloog wilt bevragen,If you want to question a meteorologist,
Dat is de enige manier dat ik u kan bevragen.That is the only way I can question you.
Dit hier is openbaar terrein, van waar ik Mr Bone zal bevragen, over hoe hij denkt dat onze nieuwe Raad vordert na vier maanden.And this here is common land from which I shall ask Mr Bone my questions, of how he feels, four months into its life, our new county council proceeds.
De politie bevraagt ons, de hulpdiensten kunnen het niet bijhouden.The police are asking us questions. Search and rescue can't track it.
Maar adviseert u mij en bevraagt u mij zonder na-ijver of reserve.But please council me and question me without fear or reserve.
Maar om schade te ontkennen aan personen die geleden hebben simpelweg omdat vele anderen geleden hebben zou betekenen dat de meest schadelijke en wijdverbreide overheidsacties door niemand kunnen worden bevraagd.Uh, however, to deny standing to persons who are injured simply because many others are also injured would mean that the most injurious and widespread government actions could be questioned by nobody.
Wat onbesproken was wordt nu over gediscusseerd en bevraagd.What was unspoken is being discussed and questioned.
Mevrouw, Mr. Breslow bevroeg de getuige.Uh, ma'am, Mr. Breslow questioned the witness.
Ze bevroegen jou, scholden je uit.And they questioned you, berated you.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afvragen
wonder
bedragen
amount to
beklagen
complain
beknagen
do
bevangen
do
navragen
investigate
opvragen
request

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bespuwen
spatter
bestralen
punish
bevatten
contain
bevoordelen
benefit
bevoorrechten
supply
bevorderen
promote
bevrachten
charter
bevredigen
satisfy
bewerken
work
bewerkstelligen
accomplish

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'question':

None found.
Learning languages?