Bepoederen (to powder) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of bepoederen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bepoeder
I powder
bepoedert
you powder
bepoedert
he/she/it powders
bepoederen
we powder
bepoederen
you all powder
bepoederen
they powder
Present perfect tense
heb bepoederd
I have powdered
hebt bepoederd
you have powdered
heeft bepoederd
he/she/it has powdered
hebben bepoederd
we have powdered
hebben bepoederd
you all have powdered
hebben bepoederd
they have powdered
Past tense
bepoederde
I powdered
bepoederde
you powdered
bepoederde
he/she/it powdered
bepoederden
we powdered
bepoederden
you all powdered
bepoederden
they powdered
Future tense
zal bepoederen
I will powder
zult bepoederen
you will powder
zal bepoederen
he/she/it will powder
zullen bepoederen
we will powder
zullen bepoederen
you all will powder
zullen bepoederen
they will powder
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bepoederen
I would powder
zou bepoederen
you would powder
zou bepoederen
he/she/it would powder
zouden bepoederen
we would powder
zouden bepoederen
you all would powder
zouden bepoederen
they would powder
Subjunctive mood
bepoedere
I powder
bepoedere
you powder
bepoedere
he/she/it powder
bepoedere
we powder
bepoedere
you all powder
bepoedere
they powder
Past perfect tense
had bepoederd
I had powdered
had bepoederd
you had powdered
had bepoederd
he/she/it had powdered
hadden bepoederd
we had powdered
hadden bepoederd
you all had powdered
hadden bepoederd
they had powdered
Future perf.
zal bepoederd hebben
I will have powdered
zal bepoederd hebben
you will have powdered
zal bepoederd hebben
he/she/it will have powdered
zullen bepoederd hebben
we will have powdered
zullen bepoederd hebben
you all will have powdered
zullen bepoederd hebben
they will have powdered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bepoederd hebben
I would have powdered
zou bepoederd hebben
you would have powdered
zou bepoederd hebben
he/she/it would have powdered
zouden bepoederd hebben
we would have powdered
zouden bepoederd hebben
you all would have powdered
zouden bepoederd hebben
they would have powdered
Du
Ihr
Imperative mood
bepoeder
powder
bepoedert
powder

Examples of bepoederen

Example in DutchTranslation in English
En, zijn er één of meer bepoedert?So, are any of these powdered?
Ik hem gevoed, bepoederd en hem naar de WC gedragen.Hey, I fed him, powdered him and carried him to the toilet.
Weet je waarom Hardy's hand zo bepoederd is?Do you know why Hardy's hand is powdered?
Bender, geef me die bepoederde opaal.Bender, fetch me that powdered opal.
De man die je jeugd afnam, droeg een bepoederde 17de eeuwse pruik.The man who took your youth was wearing a powdered wig!
Hij heeft een bepoederde rechterhand als afschrikmiddel.So he has a powdered right hand for a deterrent.
Hij was met een bepoederde pruik als Federalist gekomen.He'd have shown up in a powdered wig, quoting from the Federalist Papers.
Ik neem aan dat jouw moeder je bepoederde zoals een kleine pop.I suppose your mother powdered you like a little doll.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bemoederen
do
bepoeieren
do
bepolderen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'powder':

None found.
Learning languages?