Aanvreten (to do) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of aanvreten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vreet aan
I do
vreet aan
you do
vreet aan
he/she/it does
vreten aan
we do
vreten aan
you all do
vreten aan
they do
Present perfect tense
heb aangevreten
I have done
hebt aangevreten
you have done
heeft aangevreten
he/she/it has done
hebben aangevreten
we have done
hebben aangevreten
you all have done
hebben aangevreten
they have done
Past tense
vrat aan
I did
vrat aan
you did
vrat aan
he/she/it did
vraten aan
we did
vraten aan
you all did
vraten aan
they did
Future tense
zal aanvreten
I will do
zult aanvreten
you will do
zal aanvreten
he/she/it will do
zullen aanvreten
we will do
zullen aanvreten
you all will do
zullen aanvreten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou aanvreten
I would do
zou aanvreten
you would do
zou aanvreten
he/she/it would do
zouden aanvreten
we would do
zouden aanvreten
you all would do
zouden aanvreten
they would do
Subjunctive mood
vrete aan
I do
vrete aan
you do
vrete aan
he/she/it do
vrete aan
we do
vrete aan
you all do
vrete aan
they do
Past perfect tense
had aangevreten
I had done
had aangevreten
you had done
had aangevreten
he/she/it had done
hadden aangevreten
we had done
hadden aangevreten
you all had done
hadden aangevreten
they had done
Future perf.
zal aangevreten hebben
I will have done
zal aangevreten hebben
you will have done
zal aangevreten hebben
he/she/it will have done
zullen aangevreten hebben
we will have done
zullen aangevreten hebben
you all will have done
zullen aangevreten hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou aangevreten hebben
I would have done
zou aangevreten hebben
you would have done
zou aangevreten hebben
he/she/it would have done
zouden aangevreten hebben
we would have done
zouden aangevreten hebben
you all would have done
zouden aangevreten hebben
they would have done
Present bijzin tense
aanvreet
I do
aanvreet
you do
aanvreet
he/she/it does
aanvreten
we do
aanvreten
you all do
aanvreten
they do
Past bijzin tense
aanvrat
I did
aanvrat
you did
aanvrat
he/she/it did
aanvraten
we did
aanvraten
you all did
aanvraten
they did
Future bijzin tense
zal aanvreten
I will do
zult aanvreten
you will do
zal aanvreten
he/she/it will do
zullen aanvreten
we will do
zullen aanvreten
you all will do
zullen aanvreten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou aanvreten
I would do
zou aanvreten
you would do
zou aanvreten
he/she/it would do
zouden aanvreten
we would do
zouden aanvreten
you all would do
zouden aanvreten
they would do
Subjunctive bijzin mood
aanvrete
I do
aanvrete
you do
aanvrete
he/she/it do
aanvrete
we do
aanvrete
you all do
aanvrete
they do
Du
Ihr
Imperative mood
vreet aan
do
vreet aan
do

Examples of aanvreten

Example in DutchTranslation in English
Dat geweten dat ik niet heb vreet aan me.That conscience I don't have? It's been eating away at me.
Het vreet aan je als mensen elkaar iets aandoen.It eats at you when somebody's doing somebody wrong.
Het vreet aan je, niet?ANGELUS: Eats you up inside, doesn't it?
Het vreet aan je, nietwaar? - Ik kom er wel overheen.It sucks, don't it?
Het vreet aan je, nietwaar?- It kills you, doesn't it?
Je weet dat het water vol zout zit en dat het alles aangevreten is.Man, you know they got salt in that water, done ate everything up.
En dat vrat aan jou, nietwaar?- And that just burned you up, didn't it? - Yes.
Het vrat aan me.- I knew it would eat me up if I didn't.
Ik ging verder. Eerst dacht ik dat Bryce dat ook zou doen, maar het vrat aan hem.I moved on.Thought at first Bryce did,too,but it ate at him.
Ik wilde je niet weer storen over de telefoon, en de spanning vrat aan me ... En ondertussen is de middag al gepasseerd.Well, I didn't want to bother you with a call, and the suspense was kind of killing me, so it's way past noon.
Ik weet, dat het m'n longen aanvreet, maar ik spreek de volgende week het Congres toe, en dat wil ik niet doen, via een gat in mijn keel.I hear it eats your lungs. When I address Congress next month I don't want to do it breathing through a hole in my throat.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

aangieten
pour
aanspeten
do
aanvatten
begin
aanvetten
fatten
aanvragen
request
aanzoeten
sweeten
aanzweten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?